





Niet wegkijken, maar iets doen. Al is het maar iets kleins
Het Parool;
Amsterdam FM; http://www.amsterdamfm.nl/131537-2/
De Telegraaf;
Stichting Dierenlot;
Geoffrey Deckers ~ voorzitter EDEV Een dier Een Vriend in Vredeskerk Amsterdam 22-12-15
“Niet wegkijken bij het leed van dieren dat op allerlei manieren bij ons binnenkomt op computer, smartphone of tablet valt niet mee. Wegkijken en net doen alsof ik het niet gezien heb, al die lijdende zielen, dieren in paniek, pure doodsangst en dan die onmensen die onschuldige dieren dit aandoen. Die tronies vol haat, lust of wreedheid, ik wil het eigenlijk niet meer zien. Maar tegenwoordig begint de dag met een stroom aan wereldwijd verzamelde gruwelijkheden in beeld, berichten en video’s. Social media blijkt een perfect doorgeefluik te zijn van gebeurtenissen die overal plaatsvinden. Het zijn zo vaak gruwelijkheden die ver weg plaats vinden, waar ik niets tegen kan doen – anders dan me leeg en verslagen erover te voelen. Soms ‘s nachts word ik wakker met beelden op mijn netvlies die niet meer weggaan – die arme stier in Spanje bijvoorbeeld met vuurballen op zijn hoorns, welke zieke kwade geest bedenkt zoiets? En mogelijk nog belangrijker – waarom grijpt de rest niet in en waarom krijgen deze figuren geen verplichte dwangverpleging? Waarom zijn wij dierenvrienden toch in de minderheid en heeft niet een ieder net als wij mededogen en gevoel voor onze medeschepselen?
Ik hoor het mensen vaak zeggen, “het wordt alleen maar erger met al dat dierenleed.” Maar is dat zo? Zou het eigenlijk niet zo zijn dat de moderne communicatie ons gewoon in staat stelt heel snel informatie te verspreiden, en dat er dus ook veel meer informatie beschikbaar is voor een ieder? Ofwel het leed van de dieren komt nu eindelijk eens naar buiten!
Maar helaas is positief nieuws voor media – geen nieuws. Mij staat nog bij dat we met Een DIER Een VRIEND een actie gingen doen bij het BPRC – het grootste apenvivisectiecentrum in Rijswijk, vlakbij Den Haag. Daar zitten nog steeds 1500 apen gevangen voor wrede vivisectie experimenten. Het BPRC is het grootse apencentrum van Europa en één van de grootste drie ter wereld. Lijkt me nieuws genoeg dat wij als belastingbetalers dit openhouden met subsidies en dat ze bij het BPRC niet met één succesverhaal op de proppen kunnen komen; ondanks dat ze al meer dan 30 jaar dieren martelen en doodmaken. Maar nee dat vond het TV Nieuws geen nieuws – ‘Gaat er geweld plaatsvinden bij die actie? Anders is het voor ons echt geen nieuws’ .. Positief of goed nieuws is voor de media geen nieuws.
Het is ook geen nieuws voor de media dat moedige dierenvrienden wereldwijd dagelijks bezig zijn op te komen voor dieren. Voor ons in Nederland kan het al bedreigend en gevaarlijk zijn om oog in oog te staan met dierenbeulen of simpelweg op te komen voor dieren. Maar hoe veel meer risico lopen bijvoorbeeld Chinese dierenvrienden die met honderden tegelijk op de snelweg staan om vrachtwagens met honden en katten – bestemd voor de kookpot – tegen te houden; collega’s van mij die in Indonesië strijden voor wilde dieren die overal te koop worden aangeboden als speelgoedjes – het risico dat al deze mensen lopen om voor dieren in nood op te komen is niet alleen bewonderenswaardig maar geeft mij en ook anderen inspiratie.
Inspiratie om op te komen tegen onrecht, tegen wreedheid, tegen domheid maar vooral ook inspiratie en energie op te komen voor compassie, voor rechtvaardigheid .. voor de dieren – onze medeschepselen die toch zoveel beter verdienen dan deze hel waaraan ze nu blootgesteld worden.
Onze Moeder Aarde draaide miljoenen jaren rustig haar rondjes. Maar onze aarde – een planeet die wij delen met miljarden dieren, bomen en planten – onze aarde kraakt in alle voegen. Het mensdom heeft in krap 100 jaar door met name ook de steeds hebberiger wordende consumptie van vlees, eieren, schaaldieren en vissen de aarde aan de rand van de afgrond gebracht. Het begint langzaam – veel te langzaam – door te dringen. We kunnen zo niet verder …
Laatst zei een winkelmeisje me ‘wat u zoekt staat daar in de hipster vegan hoek.’ Ik stond paf. Nooit gedacht ik iemand die twee woorden bij elkaar zou horen noemen in één zin. Opkomen voor de dieren is echt niet zo moeilijk en het ligt in het bereik van iedereen. Het is zelfs hip aan het worden – dierenrechten beginnen in het klein — in de winkel — in de keuken en op ieders eigen bord. We kunnen zelf kiezen wat we wel en wat we niet eten. Plantaardig eten, dus eten en lifestyle zonder dat dieren daarvoor geleden hebben is de toekomst.
Wegkijken is geen optie, de tijd om voor dieren op te komen is nu. Een ieder van ons kan op kleine of grote schaal zelf iets doen tegen onrecht – wat doen voor de aarde – voor de dieren – voor compassie. Velen hier aanwezig zetten zich al in voor dieren, en op vele verschillende manieren … vooraan vindt u een tafeltje met informatiematerialen van de 18 deelnemende organisaties – en ook vindt u daar een tafel met producten waar u kunt zien wat er zoal te koop is tegenwoordig. Loop daar gerust eens langs na deze vredesdienst.
Ik wens ons allen veel kracht en wijsheid toe voor wat we het komend jaar voor de dieren gaan doen en mogen betekenen. Dank u wel. “
Door het redden van een dier verander je niet de hele wereld, maar wel de wereld van dat dier ~ 22-12-2015

Sandra van de Werd http://www.redeenlegkip.nl/ ~ Nog drie dagen en het is het weer kerstmis. De slachthuizen hebben overuren gedraaid. Want dit feest wat een vredesfeest hoort te zijn is bizar genoeg een feest waar extra veel dieren voor worden vermoord. Voor velen van ons is dit daarom een moeilijke tijd waarin je veel afstand voelt ten opzichte van je medemens die kerstmis viert met kalkoen, konijn of kip op zijn bord. Ik hoop dat we vanavond uit deze Vredesdienst voor dieren kracht kunnen putten om nog sterker voor de dieren op te komen en zo nog meer voor hen kunnen doen.
Met Red een Legkip hebben we dit jaar 1701 legkippen kunnen redden vlak voor de slacht. Legkippen die in grote schuren massaal zitten opgesloten, een deel zelfs nog in kooien, met als enig doel om in 12 maanden tijd ruim 300 eieren te leggen. Daarna worden ze ruw gevangen, in kratten gepropt en vervoerd naar het slachthuis in België of Polen om daar te eindigen als waardeloze soepkip. 1701 van de 45 miljoen legkippen hebben we kunnen redden. Dat is natuurlijk heel erg weinig, maar voor die 1701 geredde legkippen begint eindelijk een leven zoals het voor een kip bedoeld is. Van alle dieren worden kippen in aantal het meest mishandeld in ons land. Meer dan 550 miljoen vleeskuikens, ook wel bekend als de plofkippen, worden in zes weken vet gemest om geslacht te worden. Zulke grote aantallen worden bijna nietszeggends omdat ze gewoon niet voor te stellen zijn. Totdat je zo’n dier in het echt voor je ziet en in je handen hebt.
We redden alleen legkippen van de slacht en geen vleeskuikens. We willen immers de markt niet vergroten: de legkippen zijn vrijwel waardeloos voor de boer als hij ze naar de slacht doet, maar de vleeskippen zijn dat niet. Maar in het voorjaar belde een student van de kunstacademie mij op omdat hij met een vleeskuiken zat die hij gered had van de slacht om hem voor zijn schoolproject te gebruiken. Nu het project voorbij was zat hij met de vraag wat hij het beste voor het kuiken kon doen: het laten slachten of laten leven? Ik stelde hem voor het kuiken naar mij te brengen. De student kwam langs met een grote doos waarin ik een dik schattig tjilpend kuiken zitten. Ik noemde het kuiken Winnie. Winnie kon er niet genoeg van krijgen om gestreeld te worden. Hij kon in het begin amper lopen, later ging dat wat beter. Winnie dronk veel, plaste veel en at heel veel. Winnie was een ziek dier dat leed aan obesitas. Maar Winnie was ook enorm lief, gevoelig, aanhankelijk en bescheiden. Het duurde daarom lang voordat hij zich in mijn groep kippen durfde te begeven. In het begin stond hij vaak als een gepest kind in een hoek in de hoop dat de andere kippen en haan hem niet zagen. Uiteindelijk werd hij wel goed geaccepteerd. Als ik Winnie riep kwam hij waggelend naar me toe rennen. Om de vleeskuikens een gezicht te geven hield ik op internet een dagboek over Winnie bij. Ik schreef over Winnie, over hoe uniek, leuk en lief hij was en over hoe kuikens als hij door mensen expres ziek worden gemaakt. Ik schreef over hoe zijn ouders extra moeten lijden omdat ze voortdurend te weinig water en voedsel krijgen omdat ze anders te zwaar worden en zich niet meer kunnen voorplanten. Dat door die honger en dorst de hanen agressief worden en de vrouwtjes daardoor ruw verkracht worden. Winnie hield zelfs een petitie voor zijn soortgenootjes, omdat hij het zat was en wilde dat het stopte hoe mensen met zijn familie omgingen.
Winnie werd een haan, een haan in wording. Hij heeft nog even gekukeld. Maar hij is nooit volwassen geworden. Op de leeftijd van 19 weken ging hij dood. Hij kon opeens niet meer opstaan en kreeg het benauwd. Hij woog toen vijf kilo. Ik kon hem alleen nog maar helpen door met hem naar de dierenarts te gaan om hem uit zijn lijden te verlossen. Ik miste hem daarna enorm.
Ik was dan ook heel blij met het telefoontje dat ik een aantal maanden later kreeg. Een vrijwilliger van ons had een vleeskuiken gered uit een vrachtwagen die op weg was naar het slachthuis. Zo kwam Daantje bij mij. Ook van Daantje houd ik een dagboek bij. De eerste dag tjilpte Daantje als een gek omdat hij zich alleen voelde. Wat niet zo verwonderlijk was: hij was nog nooit alleen geweest, maar had met duizenden soortgenootjes in een stal gezeten. Een spiegel in zijn bench en een grote knuffelkip deden wonderen. Ook Daantje vond het heerlijk om gestreeld te worden. Zoals een poes spint, tjilpte Daantje dan intens tevreden. Liefst zat hij zo de hele avond naast me op de bank. Daan bleek al gauw heel anders van karakter dan Winnie. Daan is niet snel bang, maar juist heel ondernemend en een praatjesmaker. Hij staat ook veel steviger op zijn poten. Hij begon al snel een zandbad te nemen, iets wat Winnie nooit heeft kunnen doen. En anders dan Winnie werd Daan wel snel geaccepteerd in de groep kippen. Daan is inmiddels een mooie grote volwassen haan geworden die flink kan kukelen. Het gaat gelukkig nog goed met Daan, maar oud zal ook hij door de obesitas nooit kunnen worden.
En dan zijn er nog Hannah en Elisa, twee jonge kalkoenen die bevrijd zijn uit de industrie. Net zoals de vleeskuikens worden kalkoenen met duizenden gehouden dicht opeen gepakt in een stal staand en in hun eigen plas en poep om in recordtijd vetgemest te worden. Hannah en Elisa’s zusters zijn inmiddels geslacht en hun stoffelijke overschotten liggen in de koeling van de supermarkt om gekocht te worden voor het kerstdiner. Als je Hannah en Elisa ziet met hun mooie grote ogen, hun ronde roze hoofdjes, hun lelijke afgeknipte snavels en je dan ook nog hun prachtige gefluit en getjilp hoort snap je niet dat mensen hen zo behandeld hebben en als kerstdiner op tafel wilden hebben. Alsof Hannah en Elisa weten dat ze aan hun afschuwelijke lot ontsnapt zijn slaan ze blij iedere ochtend hun vleugels in de tuin uit, nemen samen een spurtje en vliegen een stukje. Een prachtig gezicht.
Winnie, Daantje, Hannah en Elisa, en de 1701 legkippen die gered zijn, zij hebben uiteindelijk toch nog geluk gehad. Hun vele miljoenen naamloze soortgenootjes helaas niet. Omdat zij niets kunnen doen, is het onze morele plicht om voor hen op te komen. Lekker en gezond plantaardig eten en stoppen met het eten van dierlijke producten is een eerste goede stap. Maar laat het daar niet bij, je kunt nog veel meer doen. Help mee om al die dieren uit de anonimiteit te halen, geef ze een gezicht en een naam. Denk niet alleen aan je kat of hond, besef dat al die andere dieren die jij niet kent ook de moeite waard zijn en recht op leven hebben. Besef dat jij als mens ook maar gewoon één van die vele diersoorten bent. Niet meer en niet minder. En heb je een stukje tuin, overweeg dan om een paar legkippen te redden. Door het redden van een dier verander je niet de hele wereld, maar wel de wereld van dat dier.
Sandra van de Werd http://www.redeenlegkip.nl/ ~ http://www.comitedierennoodhulp.nl/
Robin Schaper tijdens vredesdienst voor dieren 22-12-2015
Robin Schaper spreekt zich uit over veganist zijn en over zijn boek Vlees is dood, lang leve groente http://www.bol.com/nl/p/vlees-is-do…
Hoi, ik ben Robin Schaper, de schrijver van het boek “Vlees is dood, lang leve groente”. Sommigen van jullie kennen het boek al. Maar voor degenen die het nog niet kennen, het is een boek dat ik speciaal heb geschreven om mensen die nog steeds vlees eten te overtuigen om plantaardig te gaan eten.
Dat is ook het onderwerp waar ik het nu met jullie over wil hebben, omdat het in mijn ogen het belangrijkste onderwerp is. Wij zijn hier namelijk bij elkaar omdat we allemaal om dieren geven, en we vinden dat ze het verdienen om in vrede te leven. Maar de enige manier waarop we dat voor elkaar krijgen is door andere mensen te overtuigen om ze niet meer op te eten.
Ik ben zelf heel lang helemaal niet effectief geweest in het overtuigen van andere mensen. Ik was er echt heel slecht in, maar inmiddels ben ik er best goed in. En ik wil met jullie de ontwikkeling delen die ik zelf heb doorgemaakt. Ik denk dat het herkenbaar is voor veel van jullie, en hopelijk is het ook inspirerend.
Mijn verhaal begint in 1992, toen ik 5 jaar oud was en ik me begon te realiseren waar de stukken vlees en vis op mijn bord vandaan kwamen. Ik was echt een dierenvriend en het was een hele grote schok voor mij om te ontdekken dat ik al die tijd dode dieren had gegeten, en dat die dieren speciaal voor mij gedood waren. Vanaf dat moment kreeg ik het ook gewoon niet meer doorgeslikt. Ik had er zoveel moeite mee dat mijn ouders mij de keuze hebben gegeven om ermee te stoppen, en zo werd ik de eerste persoon in mijn hele omgeving die geen vlees en vis at.
Na die beslissing begon ik me te richten op andere mensen. Want nu ik wist hoe erg het was wat er met dieren gebeurde, hoefde ik dat alleen maar aan andere mensen te vertellen en dan zouden zij ook overtuigd zijn! Want wie kan het nou accepteren dat er onschuldige dieren gedood worden, alleen maar voor een stukje vlees? Wie wil er nou in een wereld leven waarin dat gebeurt?
Het antwoord op die vraag was opnieuw een schok voor me. Iedereen die ik kende wilde dat. Niemand was van plan om te stoppen met vlees eten. En ze waren daar behoorlijk duidelijk over. Er was geen enkele twijfel, ze wilden er niet eens met me over praten. Ik liep echt tegen een muur aan.
Op een bepaald moment verloor ik de hoop dat ik iemand zou kunnen overtuigen. Ik zag gesprekken over vlees eten niet meer als een kans, maar juist als iets waar ik me tegen moest wapenen. En hoe wapen je je tegen onverschilligheid en vijandigheid? Met nog méér onverschilligheid en vijandigheid.
Ik begon niet meer zelf over het onderwerp. En wanneer anderen erover begonnen wou ik er eigenlijk niet over praten, want ze waren toch niet van plan om iets te veranderen. Dus wat ze ook zeiden, ik had een korte en onverschillige reactie.
“Maar mensen hebben toch altijd vlees gegeten?” Nou en. “Maar we zijn toch alleseters?” Ik niet. “Maar je hebt vlees toch nodig om aan je eiwitten te komen?” Nee. “Ik zou echt niet kunnen zonder vlees!” Je bedoelt: je zou echt niet willen. “Maar vlees is zo lekker!” Nou en.
Het grootste deel van mijn leven ben ik op deze manier met het onderwerp omgegaan. Heel logisch natuurlijk, als je begrijpt hoe ik dacht en waar dat vandaan kwam. Maar geen wonder dat ik niemand overtuigde!
Het grote omslagpunt kwam voor mij eigenlijk pas 3 jaar geleden. Toen pas drong het tot me door dat de tijd was veranderd en dat ik inmiddels in een totaal andere positie zat. Dat was voor mij de reden om het opnieuw een kans te geven. Ik ben er toen weer met mensen over gaan praten, en deze keer had ik veel meer succes. Ik heb in korte tijd veel mensen in mijn omgeving overtuigd om te stoppen met vlees eten.
Voor een deel komt dat natuurlijk doordat ik ouder was, meer informatie had, en doordat mensen er meer voor openstonden. Maar dat was niet het belangrijkste verschil. Het belangrijkste verschil was dat ik nu voor het eerst echt bereid was om me in te leven in het standpunt van de vleeseter.
En ik had dat inlevingsvermogen altijd al. Ik keurde vlees eten alleen zo af dat ik me nooit had willen inleven. Ik vond het veel belangrijker om te laten zien dat ik anders was dan vleeseters, dan om ze te begrijpen. Maar hoe meer ik dat losliet, hoe effectiever ik werd. Want pas toen mensen zich door mij begrepen voelden, waren ze bereid om te luisteren naar wat ik zei. Daardoor kon ik zoveel mensen in mijn omgeving overtuigen, en daardoor kon ik ook mijn boek schrijven waarmee ik nog veel meer mensen heb overtuigd.
En dat is de boodschap die ik met jullie wil delen. Het is ons inlevingsvermogen voor de dieren dat ons vanavond allemaal hier heeft gebracht. En als we dat inlevingsvermogen ook gebruiken voor de mensen die we willen overtuigen, dan kunnen we van deze wereld een echte diervriendelijke wereld maken.





