

















UPDATE;
Weten jullie onze vorige berichten nog over de vergunning die was afgegeven voor het afschieten van huismussen met een luchtbuks?
Dat hebben we gelukkig gewonnen met ons bezwaarschrift, maar hier is de laatste update.
We waren uitgenodigd door Omgevingsdienst Haaglanden, diegene die de vergunning in eerste instantie had afgegeven, om een informeel gesprek te houden met de milieu jurist aldaar.
Daar gingen wij natuurlijk graag op in, want het is altijd fijn om meer te weten en te leren, en wie weet wat voor positiefs daar voor de toekomst uit te halen is.
Wij gingen dus donderdag 13 oktober naar Den Haag, vol goede moed.
Het gesprek verliep stroef en moeizaam in het begin, er was veel weerstand van hun kant, maar naarmate het gesprek vorderde ging het soepeler en beter. We hebben interessante informatie gekregen die we nog niet hadden, en we hebben ons ook als stichting kunnen voorstellen.
Uiteindelijk, als misschien wel beste resultaat, kregen we te horen dat als er in de toekomst weer een vergunning wordt afgegeven met betrekking tot huismussen, ze eerst onze stichting zullen benoemen aan de vragende partij, zodat wij met alternatieve oplossingen kunnen komen, in overleg kunnen gaan met hen, en zodat men niet meteen overgaat tot de meest brute oplossing, namelijk het afschieten of doden van beschermde huismussen.
EEN BETER RESULTAAT HADDEN WE NIET KUNNEN DROMEN!
We blijven uiteraard vechten voor een betere toekomst voor de huismus.
Omgevingsdienst Haaglanden te Den Haag
—————————————————————————————————
VICTORIE!!!!! 🙂
WE HEBBEN GEWONNEN!!!
Weten jullie ons bericht nog, dat de gemeente Zuid-Holland een vergunning heeft afgegeven voor het afschieten van huismussen met een luchtbuks?
“We hebben inmiddels een bezwaarschrift geschreven, en bericht gehad dat het goed ontvangen is. Nu wachten we op de uitspraak daarop. Daarnaast hebben we Stichting Dierbewustleven geholpen met óók een bezwaarschrift te schrijven, daar wachten we ook op de uitslag van. Dit versterkt de zaak zeer zeker, als meerdere bezwaarschriften binnenkomen gaat de kans om te winnen flink omhoog.
En als kers op de taart gaat de Partij voor de Dieren Zuid-Holland Schriftelijke Kamervragen stellen hierover. Ze vroegen ons hun vragen door te lezen en aan te vullen. Dat deden wij natuurlijk heel graag. We wachten op de antwoorden hierop.
We blijven jullie op de hoogte houden!”
OK, NU DAN HET GOEDE NIEUWS!!!
DE VERGUNNING IS INGETROKKEN!!!!
We hebben vandaag de mail binnen gekregen met de beschikking!!
Het besluit is genomen om op grond van artikel 1.3 van de Algemene wet bestuursrecht de ontheffing in te trekken!!
YAY!!!!
Er mogen nu geen huismussen met vangkooien gevangen worden. En er mogen nu geen huismussen met een luchtbuks worden doodgeschoten!!
Het heeft dus zeker wel zin om te protesteren tegen onrecht en te vechten voor het goede doel!
Wij voelen ons nu zeker gesterkt in onze zaak en zullen blijven doorgaan de huismus te beschermen!
Weten jullie nog van ons vorige bericht over de Conferentie Dierenwelzijn en Handhaving; http://www.stichtingdemussentoevlucht.nl/conferentiedierenwelzijnhandhaving/
We kregen vandaag het Definitieve Verslag hierover van Gemeente Amsterdam. We willen nogmaals zeggen dat het een eer was om hieraan mee te werken en onze input te kunnen geven. Samen met alle dierenwelzijnsorganisaties kunnen we het dierenleed in Amsterdam en heel Nederland aanpakken.
Dit staat er over onze input;
Jennifer Hagens vraagt door middel van het tonen van een filmpje aandacht voor de mussen. De huismussen staan op de Nederlandse Rode Lijst van Bedreigde Dieren. In de praktijk is men eigenlijk blij gemaakt met een dooie mus, omdat als er melding wordt gemaakt van een overtreding er niemand komt. Onder andere de dierenpolitie en milieupolitie hebben andere prioriteiten gesteld. Belangrijk is daarom dat er een loket komt voor trainingen over de flora- en faunawet en dat daar mensen zitten die de wet kennen en adequaat reageren. Gewezen wordt op dubbelheid, omdat de mussen enerzijds worden beschermd door de Flora- en Faunawet en dat daartegenover staat dat aan een kweker vergunning is verleend om de beschermde huismussen dood te schieten. Dit betekent dat de handhaving op dit punt niet klopt.
Hartenkreet: “kennis van flora- en faunawet breder delen bijv. loket”.
Gesprek met de zaal
Aan de hand van vragen, stellingen en adviezen voor de Amsterdams handhaving die naar voren zijn gebracht tijdens de flitspresentaties en de vóór de pauze gehouden presentaties vindt nu het gesprek met de zaal plaats.
Gerrit Hofstra (Dibevo) waarschuwt dat teveel informatie en teveel meldingen net zo dodelijk zijn als te weinig meldingen. Er moet vooral worden gezorgd voor kwaliteit van de meldingen, omdat handhaving anders niet goed mogelijk is. Harry de Vries vraagt of er behoefte is aan centrale vastlegging van incidenten van dierenmishandeling. Dit blijkt het geval. Jennifer Hagens merkt op dat het punt vooral is dat er nu geen handhaving is. Sacha Hansen wijst erop dat er wel een meldpunt is en vraagt wat de ervaringen hiermee zijn. Jennifer legt uit dat er niets gebeurt met de meldingen of dat er te laat iets mee wordt gedaan. Door centraal vastleggen gebeurt er tenminste iets. Margje de Jong merkt op dat op het moment dat dingen centraal worden vastgelegd dat dan ook in kaart wordt gebracht hoeveel en hoe vaak iets gebeurt, waardoor verbanden kunnen worden gelegd.
Jennifer Hagens vertelt dat Stichting De Mussen Toevlucht goede meldingen doet, maar dat hier zelden iets mee gebeurt. Gert de Jong helpt de gemeente met de gierzwaluw en nestonderzoek en is het eens met Jennifer dat het vrij willekeurig is of iets met een melding wordt gedaan. De algemene inspectiedienst van de Landelijke Handhaving is wegbezuinigd waardoor er te weinig capaciteit is. Dit sinds het samenvoegen van het Ministerie EZ en Landbouw. Helaas blijkt er niemand meer aanwezig van het Ministerie EZ die een toelichting kan geven. Opgemerkt wordt dat heel veel organisaties al een databank met gegevens hebben en daarom zou het wel goed zijn zaken centraal vast te leggen, zodat bepaalde structurele problemen kunnen worden opgelost. Joke Voorn merkt op m.b.t. het centraal registreren dat er niets op de kaart komt als er niets wordt geregistreerd. Zij pleit daarom voor een punt om wel centraal te melden, zodat de signalen niet ontkend kunnen worden. Jeroen Brink (SDMT) vertelt dat mensen de maatschappij zo organiseren dat dieren hier altijd een bijrol bij spelen en handhaving is eigenlijk al te laat voor dierenleed. Belangrijk is dit daarom te voorkomen. Overigens is een opgelegde boete niet altijd hoog genoeg.
———————————————
Hieronder volgt het gehele document;
Aan | De aanwezigen van de Conferentie dierenwelzijn en handhaving |
Namens | Wethouder Dierenwelzijn gemeente Amsterdam, Laurens Ivens |
|
Korte samenvatting van de Conferentie
Op donderdag 7 juli tussen 12.30-17.00 uur organiseerde gemeente Amsterdam de tweede conferentie Dierenwelzijn. In deze conferentie stond Handhaving centraal, omdat Handhaving een prominent onderdeel is van de inzet van de gemeente om dierenleed tegen te gaan.
De conferentie was bedoeld om een antwoord te krijgen op de vraag hoe de handhaving op dierenleed beter verankerd kan worden binnen de gemeente Amsterdam.
Aanwezigen waren diverse betrokken dieren- en brancheorganisaties en vertegenwoordigers van de gemeente Amsterdam (o.a. handhaving, dierenwelzijn, stadsdelen ), Politie, Ministerie EZ en politieke partijen aanwezig.
De conferentie vond plaats in hostel Stayokay in Amsterdam Zeeburg aan het Timorplein 21.
De bijeenkomst werd geleid door Harry de Vries, teamleider Leefomgeving en Dierenwelzijn.
Wethouder Laurens Ivens, wethouder Dierenwelzijn, heeft gesproken over de ambities voor de komende periode voor de handhaving in een diervriendelijk Amsterdam.
Verder zijn vóór de pauze presentaties gehouden door:
Aan de hand van flitspresentaties vertelde een aantal genodigden in twee minuten over hun ervaringen of over eigen uitdagende creatieve ideeën en goede voorbeelden die bijdragen aan een snelle en effectieve inzet van handhaving om dierenleed zoveel mogelijk te voorkomen.
Presentaties en plenair gesprek volgden elkaar op. Na afloop was er een borrel om door te praten over de middag.
Per programmapunt
Welkom
Harry de Vries, teamleider Leefomgeving en Dierenwelzijn, heet de aanwezigen van harte welkom en geeft een korte toelichting op het doel en het programma van deze middag.
Ambities voor Amsterdam
Wethouder Ivens heet de aanwezigen van harte welkom op de tweede Conferentie Dierenwelzijn. Deze conferentie is een vervolg op de conferentie van 12 november 2015 . Het stadsbestuur is van mening dat niet alleen goed moet worden omgegaan met de mensen in de stad, maar dat ook de dieren in de stad niet mogen worden vergeten. Dierenwelzijn zit op allerlei onderwerpen en daarom zijn eigenlijk alle wethouders hierbij betrokken. Men ziet veel dierenleed en belangrijk is dat de handhaving in de stad wordt verbeterd om dierenleed te voorkomen. Op initiatief van de burgemeester en wethouder Ivens wordt daarom nu een conferentie over dierenwelzijn en handhaving georganiseerd. De burgemeester is verantwoordelijk voor de handhaving en veiligheid van mens en dier. Mede namens de burgemeester is wethouder Ivens, wethouder Dierenwelzijn, bij deze conferentie aanwezig. Belangrijk is om dierenleed gezamenlijk op te lossen, te kijken waar raakvlakken zijn en elkaar beter te vinden. Deze bijeenkomst is wat wethouder Ivens betreft geslaagd als men met elkaar in gesprek gaat over elkaars raakvlakken om samen nog beter voor de dieren in de stad te zorgen.
Presentatie dierenmishandeling- en verwaarlozing door dierenarts Joost Herten
Joost van Herten werkt voor de KNMvD, de beroepsorganisatie voor dierenartsen in Nederland, houdt zich bezig met heel veel vraagstukken en heeft de meldcode dierenmishandeling mede ontwikkeld. Aan de hand van een powerpointpresentatie wordt aangetoond wat dierenartsen zoal tegenkomen op het gebied van dierenmishandeling, hoe men signalen zou kunnen herkennen en wordt verteld over de meldcode die in 2011 is ontwikkeld. De definitie van deze meldcode is: “Het onnodig of kwaadwillig toebrengen van pijn of letsel maar ook de nodige verwaarlozing van dieren, zoals door het onthouden van de nodige zorg”. Bij dierenmishandeling worden veel parallellen met kindermishandeling gezien. 60% van de dierenartsen komt in zijn of haar carrière weleens in aanraking met dierenmishandeling en met de meldcode worden zij geholpen om dit aan te pakken met als doel snellere detectie en preventie dierenmishandeling. Verder wijst Joost van Herten nog op de cirkel van geweld: als dieren mishandeld worden, dan lopen mensen vaak een risico en andersom is dit ook het geval. Het is daarom belangrijk om te beseffen dat er een link moet komen tussen de veterinaire kolom en de humane kolom.
Mark van de gemeente Amsterdam vraagt hoeveel meldingen er per jaar komen nu deze meldcode er is en wat het resultaat hiervan is. Joost van Herten antwoordt dat de meldingen bij verschillende meldpunten binnenkomen en dat dit daarom niet bekend is. Er is wel onderzoek gedaan naar de implementatie van de meldcode en hieruit is gebleken dat ongeveer de helft van de dierenartsen hiermee bekend was en de code gebruikt. Belangrijk is deze meldcode beter onder de aandacht te brengen en ook nascholing te organiseren voor de dierenartsen.
Presentatie Noor Evertsen, juridisch adviseur bij stichting Dier & Recht, over wet- en regelgeving en taakverdeling m.b.t. dieren.
Noor Evertsen vindt het geweldig dat deze conferentie wordt georganiseerd en wil graag iets vertellen over raakvlakken tussen dieren en recht. In dit verband is voor gehouden dieren van belang: Wet dieren, Wetboek van Strafrecht, art. 254, 350, 425. Wat betreft vrij levende dieren is de Flora- en Faunawet van belang die met ingang van 1 januari 2017 wordt vervangen door de Wet natuurbescherming.
Gemeentelijke boa’s zijn niet bevoegd op grond van de Wet dieren, maar zijn wel de ogen en oren op straat en kunnen signalen m.b.t. dierenleed doorgeven.
Voor de vrij levende dieren staat in de Wet natuurbescherming, die op 1 januari a.s. in werking treedt, dat opzet aangetoond moet worden. Verder staat in de nieuwe wet ook een zorgplicht die voor iedereen geldt. De verwachting is dat met de nieuwe wet niets verandert aan de handhavingsbevoegdheden en dat het handhavinginstrumentarium gelijk blijft. De gemeenten krijgen in samenwerking met de provincies echter een zwaardere taak op het gebied van omgevingsvergunningen. Gemeenten en provincies zijn al druk bezig om zich hier op voor te bereiden. Noor geeft aan dat zij het heel goed vindt dat de gemeente Amsterdam alles inkadert in de groenstructuur en ecologische visie etc., omdat het beste wat men voor vrij levende dieren kan doen het maken van ruimte is. Overigens zou men zich bij een andere studiedag kunnen afvragen wat natuur in de stad tegenwoordig betekent, omdat dit begrip heel erg in beweging is en de wet hier nog helemaal niet op is afgestemd.
Xandra Asselbergs van De Toevlucht merkt op dat alle opvangcentra die zich bezighouden met vrij levende dieren zich druk maken over de nieuwe Natuurwet. Per 1 januari jl. is er al een aantal nieuwe beleidsregels gekomen. Door deze nieuwe wet verandert er veel, omdat de ontheffing die opvangcentra tot nu toe kregen van het Ministerie wordt overgeheveld naar de provincie. De provincie mag echter ook ontheffingen verlenen om beschermde dieren dood te schieten en de vraag is hoe dit met elkaar matcht. Noor Evertsen antwoordt dat Dier en Recht hiervoor aandacht bij het Ministerie heeft gevraagd, omdat dit nogal onduidelijk is. Hier blijkt nog nader onderzoek over te worden gedaan. Overigens zou het goed zijn om hier nog verder aandacht voor te vragen.
Presentatie John van den Broek, districtsinspecteur van de landelijke inspectiedienst Dierenbescherming, over Dieren en handhaving in Amsterdam
John van den Broek vertelt uit de praktijk aan de hand van een aantal schokkende foto’s.
De LID (Landelijke Inspectie Dierenbescherming) controleert vooral gezelschapsdieren, hobbydieren en zorgt ook voor toezicht en handhaving van pensions en dierenspeciaalzaken in Amsterdam.
De LID geeft daarnaast ondersteuning bij meldingen van netwerkspecialisten, waaronder dierenartsen. LID werkt vooral met bestuursrecht, maar gebruikt daarnaast ook strafrecht. Uit een aantal voorbeelden blijkt dat bestuursrecht en strafrecht heel goed naast elkaar kunnen worden gebruikt.
Sandra van de Werd, Comité Dierennoodhulp, heeft uit de presentatie van John van den Broek begrepen dat er bij bestuursrecht naar wordt gestreefd om dieren weer terug te plaatsen. In veel zaken die hij heeft genoemd vindt zij het onbegrijpelijk dat mensen nog de kans krijgen de dieren terug te krijgen. Wordt hierbij wel gekeken naar het welzijn van het dier zelf? John van den Broek antwoordt dat dit misschien wel te makkelijk lijkt, maar dat hierbij een bepaald protocol wordt gehanteerd. Mensen moeten eerst de rekening betalen. Heel vaak kunnen zij dat niet en dan worden dieren niet teruggegeven. Als mensen wel de rekening betalen, dan wordt in het begin intensief gecontroleerd of dezelfde feiten niet opnieuw plaatsvinden. Als blijkt dat men weer niet goed voor de dieren zorgt, dan worden dieren weer weggehaald en dan vaak definitief.
Presentatie Ronald Kersbergen, gemeente Amsterdam, over de handhavingopgave voor Amsterdam en handhaving om het welzijn van dieren als prioriteit 2017 in het bijzonder.
Ronald Kersbergen werkt bij de gemeente Amsterdam, Regie Unit Toezicht en Handhaving, die het proces coördineert m.b.t. het tot stand komen van het stedelijk handhavingprogramma.
Het wordt steeds drukker in de stad, waardoor er een enorme vraag naar handhaving komt. De gemeente heeft ongeveer 250 handhavingstaken. Er komen steeds meer evenementen en steeds meer toeristen waardoor de vraag om handhaving toeneemt. Het is een bestuurlijke wens om dierenwelzijn ook als handhavingprioriteit aan te merken. Gelet op de schaarste van de handhavingcapaciteit moet op een slimme manier worden nagedacht hoe met beperking van de handhaving toch de problematiek van dierenwelzijn op een goede manier kan worden opgepakt.
De bedoeling is om een informatiepositie op te bouwen om heel gericht handhavers in te kunnen zetten m.b.t. dierenwelzijn. Hiervoor is het belangrijk te weten waar de problemen zich voordoen. Er zijn ongeveer 700 handhavers, waarvan 35 bevoegdheden hebben op het gebied van de Flora- en faunawet. Degenen die deze bevoegdheden niet hebben, kunnen alleen signaleren en de signalen op een goede manier adresseren. Belangrijk is daarom dat duidelijk is op welke signalen zij moeten letten. Elk jaar wordt een keuze gemaakt uit de 250 handhavingstaken van de gemeente welke met voorrang worden opgepakt. Dierenwelzijn is een stedelijke prioriteit voor 2017. Dit betekent dat elke organisatie (7 stadsdelen, RVE Handhaving en Toezicht, RVE Inkomen en RVE Wonen) die zich binnen de gemeente Amsterdam bezighoudt met handhaving, binnen het eigen takengebied moet nadenken wat zij gaat doen op het gebied van handhaving m.b.t. dierenwelzijn. Overigens kunnen niet alle problemen met handhaving worden opgelost. Handhaving is slechts een middel; veel problemen kunnen beter aan de voorkant worden opgelost, bijvoorbeeld door het geven van voorlichting over verzorging van dieren en welke voorzieningen er zijn voor vakantieopvang van dieren.
Een aanwezige in de zaal adviseert om bij het signaleren van dierenverwaarlozing gebruik te maken van handhavers die bij mensen thuis komen, bijvoorbeeld i.v.m. uitkering. Daarnaast kan hierbij ook gedacht worden aan maatschappelijke organisaties die frequent bij mensen thuiskomen, bewindvoerders etc.
– PAUZE –
Flitspresentaties gehouden dieren
Iedereen die een flitspresentatie geeft is gevraagd om te eindigen met een hartenkreet (vraag, stelling, advies) voor de Amsterdamse handhaving. Dit wordt op een flip-over genoteerd en over de punten die gerelateerd zijn aan handhaving vindt in het laatste onderdeel van de Conferentie een gesprek met de zaal plaats.
Ben Rentmeester vertelt dat alle agenten in Amsterdam dierenagenten zijn. De politie is 24 uur per dag aanwezig. Er wordt heel goed samengewerkt met de L.I.D. en de N.V.W.A. De doelstelling van de politie is niet om dieren in beslag te nemen of proces verbaal op te maken, maar het dierenwelzijn. De politie verzint geen regels, maar voert deze slechts uit. Voor de handhaving van Amsterdam is het belangrijk om de partners en de bevoegdheden te kennen.
Hartenkreet: “Zorg dat dierenwelzijn voorop staat”.
Sandra van der Werd licht toe dat de Werkgroep Hulp Inbeslag genomen Honden een initiatief is van het comité Dierennoodhulp. Zij stelt een nieuw beleid voor bij bijtincidenten in Amsterdam door onmiddellijk een muilkorf en aanlijngebod op te leggen met een verplichte cursus voor en op kosten van de eigenaar. Dit in tegenstelling tot de huidige situatie waarbij de hond meteen in beslag wordt genomen en in opslag wordt geplaatst op grond van strafrecht, zonder dat de eigenaar hierbij wordt betrokken. Honden worden nu regelmatig ter dood veroordeeld. Hartenkreet: “Nieuw beleid na bijtincident”.
Ellen van Jongerden vertelt dat Stichting Dierenlot bijna elf jaar bestaat en op komt voor gewonde, afgedankte, mishandelde en in de steek gelaten huisdieren, gezelschapsdieren, zwerfdieren en dieren die in de natuur leven. Stichting Dierenlot werkt hierbij samen met veel organisaties.
Hartenkreet: “heb oog voor lokale opvanglocaties, zodat opvang van dieren dichtbij is. Hierdoor is minder handhaving nodig doordat dumpen voorkomen wordt”.
Joke Voorn vertelt dat Stichting LOES voor dieren zich inzet voor (zwerf)dieren in de knel waar geen opvang voor is. Stichting LOES voor dieren maakt hiervoor gebruik van een groot netwerk met deskundige en toegewijde pleeggezinnen en werkt samen met veel andere organisaties binnen en buiten Amsterdam. Verder wordt getracht te helpen bij situaties waarin ook de mens hulp behoeft door humane hulpverleners te waarschuwen of met hen samen te werken.
Hartenkreet: “Amsterdam vervult een voorbeeldfunctie, advies: stickeractie op vuilniscontainers “dier is geen afval, er is opvang” met vermelding van telefoonnummer.
Marion Jongsma legt uit dat de Blijf Groep een organisatie is voor huiselijk geweld. Afgelopen november is in Amsterdam het nieuwbouwproject “het Oranjehuis” gerealiseerd. Dit betreft 54 zelfstandige woningen voor vrouwen en kinderen die vluchten voor huiselijk geweld. Zij kunnen hun dieren hier mee naar toe nemen, waarbij wordt samengewerkt met IFAW. Aanleiding hiervoor is dat is gebleken dat 41% van de vrouwen hun vlucht uitstellen vanwege hun liefde voor de huisdieren. Achter de voordeur ziet men vaak overeenkomsten tussen dierenmishandeling, kindermishandeling en huiselijk geweld.
Hartenkreet: “als je achter de voordeur bent, kijk verder dan alleen jouw onderwerp”.
Bernadette Geuzendam vertelt dat 020veiligthuis vanaf 1 januari 2015 bestaat (als opvolger van o.a. AMK, crisisteam van woonjeugdzorg, steunpunt huiselijk geweld en vangnet jeugd) en 24 uur per dag bereikbaar is via 0800-2000 als meldpunt en adviespunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Er zijn heel veel raakvlakken met dierenmishandeling. Het advies- en meldpunt werkt regiobreed in de Amsterdam Amstelland gemeenten. Er worden adviezen en tips gegeven en er kan ook onderzoek worden gedaan om na te gaan wat er aan de hand is en welke hulp nodig is.
Hartenkreet: “zoek elkaar actief op”.
Pauline Piket vertelt dat Amivedi een landelijke organisatie is met meer dan 100 meldpunten, waaronder in Amsterdam. Amivedi registreert vermiste en gevonden huisdieren en tracht dit met elkaar te matchen. In Amsterdam zijn meer dan 3000 meldingen per jaar, waarvan ruim 2500 katten. De helft hiervan komt weer naar huis. Met het chippen valt nog veel te winnen, omdat er geen automatische registratie plaatsvindt van dieren die door dierenartsen worden gechipt.
Hartenkreet: “de beste plek voor een dier is: zijn thuis”.
Intke Voorham legt uit dat “dierenasiels.com” oorspronkelijk is ontstaan vanuit Amsterdam in samenwerking met de inspectie en de dierenasiels en laat zien wat de mogelijkheden zijn om verdwenen dieren (sneller) bij hun eigenaar terug te laten komen.
Hartenkreet: “dieren sneller op internet voor optimale matchkans met eigenaar”.
Lilianne van Doorne is voorzitter van Stichting bevordering huisdierenwelzijn en werkt samen met maatschappelijke organisaties die signaleren wat er bij cliënten aan de hand is en vraagt aandacht m.b.t. Nota dierenwelzijn voor problematiek van minima in relatie tot het houden van huisdieren.
Hartenkreet: “NDG (Stichting Nederlandse Databank Gezelschapsdieren) registratie moet een juridische status krijgen, waardoor minder handhaving noodzakelijk is”.
Vincent Pompe presenteert vanuit Larenstein, opleiding dierenmanagement, een oplossingsrichting voor de handhavingproblemen. Het probleem is het inzetten van handhaving en het verankeren van beleid. Hiervoor wordt handhaven door betrokkenheid voorgesteld. Betrokkenheid vanuit de buurtbewoners en vanuit de verschillende beroepspraktijken. Belangrijk is de dieren op de kaart te zetten en handhaving in te zetten om dierenmishandeling- en verwaarlozing te voorkomen en vrij levende dieren te beschermen. Hierdoor krijgt men een buurtpraktijk waarbij alle partijen op de kaart staan, zodat men elkaar kan vinden. Er kunnen verschillende kaarten worden gemaakt om duidelijk te maken wat waar wanneer en door wie gebeurt.
Hartenkreet: “One care vindt elkaar via internetkaart in de buurt”.
Flitspresentaties vrij levende dieren
Margje de Jong laat een paar voorbeelden zien van dierenmishandeling en wijst erop dat dit vaak niet bestreden kan worden, omdat er geen centrale registratie is van meldingen van dierenmishandeling. Vanuit dierenwelzijn is dit een slechte zaak, maar ook voor mensen die structureel dieren mishandelen omdat zij zeer zorgelijk gedrag vertonen wat een voorbode kan zijn van ernstig gewelddadig gedrag.
Hartenkreet: “Centraal vastleggen van incidenten mishandeling vrij levende dieren op de kaart”.
Paul Denekamp wijst erop dat het leven van sommige dieren niet meetelt, zoals kreeften en krabben, omdat deze dieren levend worden verkocht in winkels en op markten. Dit betekent veel dierenleed. In de agenda Dieren zegt de gemeente dit niet te willen aanpakken, omdat er geen draagvlak voor zou zijn. De Vissenbescherming heeft een onderzoek laten uitvoeren waaruit duidelijk wordt dat hier wel degelijk draagvlak voor is. Dit onderzoek wordt aan de wethouder aangeboden.
Hartenkreet: “Handhaaf ook op verkoop ongewervelde en koudbloedige dieren, bijvoorbeeld kreeft ”.
Jennifer Hagens vraagt door middel van het tonen van een filmpje aandacht voor de mussen. De huismussen staan op de Nederlandse Rode Lijst van Bedreigde Dieren. In de praktijk is men eigenlijk blij gemaakt met een dooie mus, omdat als er melding wordt gemaakt van een overtreding er niemand komt. Onder andere de dierenpolitie en milieupolitie hebben andere prioriteiten gesteld. Belangrijk is daarom dat er een loket komt voor trainingen over de flora- en faunawet en dat daar mensen zitten die de wet kennen en adequaat reageren. Gewezen wordt op dubbelheid, omdat de mussen enerzijds worden beschermd door de Flora- en Faunawet en dat daartegenover staat dat aan een kweker vergunning is verleend om de beschermde huismussen dood te schieten. Dit betekent dat de handhaving op dit punt niet klopt.
Hartenkreet: “kennis van flora- en faunawet breder delen bijv. loket”.
14.Gerard Schuitemaker (Gierzwaluwwerkgroep Amsterdam) vertelt over de gierzwaluw in Amsterdam en bouwwerkzaamheden waardoor gierzwaluwverblijven (jaar rond beschermd) bedreigd worden.
Gerard Schuitemaker vraagt aandacht voor de gierzwaluwen die eind april binnenkomen, nestelen onder boeidelen en in andere holtes. De Gierzwaluwwerkgroep probeert te bemiddelen bij huiseigenaren die daar last van hebben. Gepropageerd wordt o.a. nestkasten te gebruiken als sierelementen in de bouw. Er zijn 18 vrijwilligers actief bij de Gierzwaluwwerkgroep Amsterdam die eigenlijk de handhaving in de stad doet.
Hartenkreet: “handhavers gemeente: heb oog voor de nood van de gierzwaluw ”.
Auke Brouwer wijst op de nieuwe natuurwet “de wet natuurbescherming” die over een halfjaar van kracht wordt en waarbij een aantal taken van het Rijk overgaat naar de provincie. Door de nieuwe wet zijn veel algemene soorten niet meer beschermd. Mogelijkheden om overlast te bestrijden worden verruimd. Amsterdam heeft al 6,5 jaar een gedragscode Flora- en Faunawet en hiervoor worden ook cursussen gegeven aan iedereen die hier binnen de gemeente mee te maken heeft (beheerders en vergunningverstrekkers). De gedragscode van de nieuwe wet is op dit moment nog niet duidelijk. Tot 1 oktober 2017 bestaat de mogelijkheid de gedragscode aan te passen.
Hartenkreet: “zoek pragmatische oplossing van Flora- en Faunaproblematiek in plaats van meteen over te gaan tot handhaving”.
Xandra Asselbergs is o.a. vrijwilliger bij vogelopvangcentrum De Toevlucht en geeft aan dat Amsterdam heel geliefd is bij de dieren, omdat het er veilig is, Amsterdammers dierenvrienden zijn, het in de stad een stuk warmer is dan daarbuiten, er veel nestgelegenheid is en veel voedsel. Vanuit het oogpunt van dieren is afval voedsel, maar het overgrote deel van het afval is gevaarlijk voor dieren o.a. in verband met verstikking. Het is onduidelijk wie verantwoordelijk is voor het opruimen van afval uit het water en opgeroepen wordt daarom dit actiever te verwijderen.
Hartenkreet: “verwijder actiever afval uit het water”.
Ronald Jelsma vertelt dat het vreemd is een flitspresentatie te houden over een slepend probleem, namelijk afval in de stad en het voeren dat mensen actief doen. De mens maakt er hierbij een puinhoop van. Er zijn kaarten ontwikkeld die sinds dit jaar aan de stadsdelen worden gestuurd om aan te geven waar meldingen zijn m.b.t. het voeren door mensen en de overlast hierdoor. Het probleem is lastig op te lossen en Ronald pleit ervoor om te handhaven op het vervuilen van de omgeving, omdat dit strafbaar is op grond van de APV.
Hartenkreet: “spits aanpak te veel voeren toe op handhaven op afvalregels”.
Gesprek met de zaal
Aan de hand van vragen, stellingen en adviezen voor de Amsterdams handhaving die naar voren zijn gebracht tijdens de flitspresentaties en de vóór de pauze gehouden presentaties vindt nu het gesprek met de zaal plaats.
Tjitte Knol van het Kenniscentrum Huiselijk Geweld zou graag nog willen meegeven dat wanneer men geconfronteerd wordt met dierenmishandeling er ook gedacht moet worden aan het Kenniscentrum Huiselijk Geweld en de politie. Deze kunnen altijd worden gebeld voor raad en daad. Een mishandeld dier is vaak een stille kroongetuige.
Iemand uit de zaal (Sandra?) merkt op dat Amsterdam 700 handhavers heeft en zij vraagt zich af of zij ook een cursus krijgen hoe zij om moeten gaan met dierenwelzijn. Verder vraagt zij aandacht voor sloop/nieuwbouw van woningen om na te gaan of daar dieren genesteld zijn. De gemeente zou hier beter op moeten handhaven.
Xandra Asselbergs vraagt aandacht voor het feit dat een aantal zaken in de fysieke openbare ruimte wordt ontworpen zonder dat goed naar dieren wordt gekeken, bijvoorbeeld prullenbakken waar de dieren die in de omgeving leven vuil uit halen. Verder vraagt zij aandacht voor de paaltjes/beschotting rond waterkanten waardoor watervogels verstrikt worden.
Joke Voorn merkt op dat regelmatig sloten worden geruimd, waarbij rotzooi op de kant wordt gelegd maar niet verder wordt opgeruimd. Zij pleit ervoor dat de rotzooi meegenomen wordt.
Menno vraagt aandacht voor sociale controle en meer educatie aan kinderen hoe om te gaan met de omgeving en dieren.
Wat betreft handhaving merkt een aanwezige op dat het niet te doen is om alles bij de gemeente en ambtenaren neer te leggen. Het is belangrijk om elkaar hierop te durven aanspreken.
Iemand schrok van de getallen die de heer Van Herten heeft genoemd dat 60% van de dierenartsen geconfronteerd wordt met dierenmishandeling, terwijl hier nog geen enkele melding bij het Kenniscentrum over is binnen gekomen. Op het moment dat een dier wordt mishandeld, is de kans dat een huisgenoot wordt mishandeld ook heel erg groot. Benadrukt wordt daarom dat op het moment dat dierenartsen worden geconfronteerd met dierenmishandeling dat ook contact wordt opgenomen met Veilig Thuis. Joost van Herten geeft aan dat het vaak om “vermoeden van dierenmishandeling” gaat en niet om zekerheid. Het is ook niet zo dat dierenartsen alles zien. Dierenartsen kunnen misschien wel meer doen dan nu wordt gedaan en hier wordt ook aan gewerkt. Het begint bij bewustwording en dit is ook de eerste stap geweest met de meldcode, de kennis moet verder worden ontwikkeld en er moet meer worden samengewerkt met instanties.
Aukje Zwart is dierenarts in Amsterdam en vertelt dat 60% misschien weleens een vermoeden heeft van dierenmishandeling, maar dit is wel in de hele carrière van de dierenarts en niet per jaar.
Een aanwezige vraagt of het mogelijk is dat de gemeente gaat nadenken over de mogelijkheid van het melden door burgers via een soort buurt app. Harry de Vries geeft aan dat mensen een melding m.b.t. dierenmishandeling kunnen doen door het bellen naar 14020.
Gerrit Hofstra (Dibevo) waarschuwt dat teveel informatie en teveel meldingen net zo dodelijk zijn als te weinig meldingen. Er moet vooral worden gezorgd voor kwaliteit van de meldingen, omdat handhaving anders niet goed mogelijk is. Harry de Vries vraagt of er behoefte is aan centrale vastlegging van incidenten van dierenmishandeling. Dit blijkt het geval. Jennifer Hagens merkt op dat het punt vooral is dat er nu geen handhaving is. Sacha Hansen wijst erop dat er wel een meldpunt is en vraagt wat de ervaringen hiermee zijn. Jennifer legt uit dat er niets gebeurt met de meldingen of dat er te laat iets mee wordt gedaan. Door centraal vastleggen gebeurt er tenminste iets. Margje de Jong merkt op dat op het moment dat dingen centraal worden vastgelegd dat dan ook in kaart wordt gebracht hoeveel en hoe vaak iets gebeurt, waardoor verbanden kunnen worden gelegd. Ronald Kersbergen zegt dat het de kern van informatie gestuurd handhaven is dat men juist zoveel mogelijk informatie wil hebben. Het is een misvatting dat als men een melding doet dat er meteen handhavers klaar staan om opvolging te organiseren. Deze capaciteit is er niet. Als structureel blijkt dat bepaalde incidenten zich voordoen, dan kan men gericht handhaven. Een kwalitatief goede melding is als de locatie en het tijdstip bekend zijn, evenals een omschrijving van wat er is gebeurd.
Xandra Asselbergs heeft bezwaar tegen het centraal vastleggen, omdat dit capaciteit kost en af gaat van het beschikbare budget voor de handhaving. Het heeft wel zin om in kaart te brengen waar eten wordt gedeponeerd etc. om mensen gericht te kunnen voorlichten. Haar tweede bezwaar tegen het centraal vastleggen is dat veel meldingen gaan over mensen die achter de voordeur controle krijgen doordat zij een uitkering hebben of een ingewikkelde gezinssituatie. Rijke mensen komen hier niet in voor. Belangrijker is om bij de Vuurwerkvrije zones, die in Amsterdam zijn vastgelegd, preventief op te treden en vervolgens te handhaven.
Benadrukt wordt dat Veilig Thuis 24 uur per dag bereikbaar is. Dit niet alleen om te melden, maar vooral ook voor het vragen van advies. Dit kan ook anoniem. Veilig Thuis is bereikbaar via 0800 2000.
Margje de Jong vertelt dat zij, voordat zij bij de Dierenambulance werkte, bij de Blijf Groep (huiselijk geweld) werkte en jaren geleden vertelden scholen dat er weleens een signaal was dat een kind misschien zou worden mishandeld. Toen men geconfronteerd werd met de cijfers dat in iedere klas minimaal één kind zit dat mishandeld wordt, is er een enorme bewustwording op gang gekomen. Dezelfde discussie treedt nu ook hier weer op. Men moet zich bewust zijn van het feit dat dierenmishandeling structureel in de maatschappij voor komt en te leren van protocollen op dit gebied van andere organisaties.
Jan Jolij van de Dierenbescherming zegt dat het hem deugd doet dat er een cross over ontstaat tussen humane hulpverleners en dierenhulpverleners. Zij zouden elkaar structureel op moeten zoeken. Jan heeft begrepen dat alleen de handhavers m.b.t. werk en inkomen achter de voordeur bij mensen komen. Er komen echter veel meer humane hulpverleners achter de voordeuren en het zou goed zijn om hen te betrekken. Het doel van de handhaving is om mensen naar goed gedrag te bewegen, maar daaraan vooraf gaat voorlichting en preventie. Zijn advies is om niet naar een eigen meldpunt 14020 te gaan, maar het loket 144 te gebruiken.
Fred Haaijen, stadsecoloog Amsterdam, merkt op dat het allemaal over communicatie gaat. Belangrijk is informatie te delen en na deze conferentie een editie van de huis aan huis krant uit te brengen met informatie. Belangrijk is de noodzaak tot handhaving te voorkomen.
Sharon van den Eertwegh, landelijke inspectie Dierenbescherming, kaart aan dat versnippering voorkomen moet worden. Er zijn al punten en handhavende partijen binnen Nederland ingericht waar deskundigheid is op het gebied van dierenwelzijn. Als bij de gemeente een eigen meldpunt komt en boa´s zich ook richten op dierenwelzijn, dan verliest men de nu al aanwezige kennis en deskundigheid. Zij ziet een signaleringsfunctie voor de gemeente en voor mensen die binnen de gemeente bij mensen achter de voordeur komen, maar belangrijk is dat men de meldingen op het juiste moment neerlegt bij de juiste handhavende partijen.
John van den Broek, LID, merkt op dat de LID wel iets kan met meldingen die worden gedaan. Ook als er geen aanwijsbare dader is, dan kan gestart worden met een buurtonderzoek of posten. Op deze manier kan best wel wat worden gedaan. Soms komt men helaas niet verder.
Jennifer Hagens vertelt dat Stichting de Mussentoevlucht goede meldingen doet, maar dat hier zelden iets mee gebeurt. Gert de Jong helpt de gemeente met de gierzwaluw en nestonderzoek en is het eens met Jennifer dat het vrij willekeurig is of iets met een melding wordt gedaan. De algemene inspectiedienst van de Landelijke Handhaving is wegbezuinigd waardoor er te weinig capaciteit is. Dit sinds het samenvoegen van het Ministerie EZ en Landbouw. Helaas blijkt er niemand meer aanwezig van het Ministerie EZ die een toelichting kan geven.
Opgemerkt wordt dat heel veel organisaties al een databank met gegevens hebben en daarom zou het wel goed zijn zaken centraal vast te leggen, zodat bepaalde structurele problemen kunnen worden opgelost.
Joke Voorn merkt op m.b.t. het centraal registreren dat er niets op de kaart komt als er niets wordt geregistreerd. Zij pleit daarom voor een punt om wel centraal te melden, zodat de signalen niet ontkend kunnen worden.
Harry vraagt of beleid m.b.t. bijtincidenten, zoals voorgesteld tijdens een flitspresentatie, door gemeenten wordt gemaakt. Sandra van der Werd legt uit dat de overheid dit aan de gemeenten overlaat. Paul Schroth, Bestuursdienst afdeling Juridische Zaken, vertelt dat het opleggen van een muilkorf en aanlijngebod door de burgemeester is opgedragen aan de politie. Hier binnen is het mogelijk beleid te maken. Sandra geeft aan dat dit bestuursrechtelijk kan, maar op dit moment is het zo dat als aangifte wordt gedaan bij de politie het gelijk naar het strafrecht overgaat en dat een hond standaard in beslag wordt genomen.
Aangegeven wordt verder dat er niet alleen sprake is van bewuste mishandeling van dieren, maar ook van onbewuste mishandeling. Er zijn veel mensen op het minimum niveau die geen geld hebben voor de dierenarts. Dit is ook dierenleed en dit punt zou ook gemeld moeten kunnen worden. Iemand anders merkt op dat in de gemeente Amsterdam de hondenbelasting is afgeschaft en dit maakt het voor mensen die bij de Sociale Dienst aankloppen makkelijker om erover te praten dat zij dieren hebben. Men zou dan ook naar het welzijn van de dieren kunnen vragen.
Jeroen Brink vertelt dat mensen de maatschappij zo organiseren dat dieren hier altijd een bijrol bij spelen en handhaving is eigenlijk al te laat voor dierenleed. Belangrijk is dit daarom te voorkomen. Overigens is een opgelegde boete niet altijd hoog genoeg.
Afsluiting
Harry de Vries rondt de bijeenkomst af en dankt de aanwezigen voor hun input en bijdrage. Alle aanwezigen krijgen een verslag van deze dag, mits hun mailadres op de lijst staat. De inleiders worden bedankt voor hun bijdrage en krijgen een klein presentje.
De wethouder sluit de dag af en vertelt dat deze middag hem niet is tegen gevallen. Er is een paar maanden geleden een agenda dieren opgesteld, waarmee het beleid wordt bepaald. Vandaag is vooral aangegeven hoe gezorgd moet worden dat het beleid uiteindelijk landt. Drie grote elementen zijn vandaag langsgekomen, namelijk het informeren (terecht is hierbij gewezen op het krantje Amsterdam.nl.), het registreren en handhaven. Fijn is de grote oproep om door betere registratie efficiënter te handhaven. Voorkomen moet worden dat handhaving een sluitstuk blijft, maar dat gezorgd wordt dat handhaving zo min mogelijk nodig is. Hier is men nog niet over uit gesproken. Er is een enorm aanbod vanuit de zaal om hierbij te helpen. De aanwezigen worden bedankt voor hun inbreng bij de tweede conferentie over Dierenwelzijn.
We hebben inmiddels een bezwaarschrift geschreven, en bericht gehad dat het goed ontvangen is. Nu wachten we op de uitspraak daarop.
Daarnaast hebben we Stichting Dierbewustleven geholpen met óók een bezwaarschrift te schrijven, daar wachten we ook op de uitslag van. Dit versterkt de zaak zeer zeker, als meerdere bezwaarschriften binnenkomen gaat de kans om te winnen flink omhoog.
En als kers op de taart gaat de Partij voor de Dieren Zuid-Holland Schriftelijke Kamervragen stellen hierover. Ze vroegen ons hun vragen door te lezen en aan te vullen. Dat deden wij natuurlijk heel graag. We wachten op de antwoorden hierop.
We blijven jullie op de hoogte houden!
Stichting De Mussen Toevlucht
Rozenstraat 186
1016 PA Amsterdam
info@stichtingdemussentoevlucht.nl
06-36308058
Burgemeester en wethouders van de gemeente Westland
t.a.v. de Commissie voor bezwaarschriften
Postbus 150
2670 AD Naaldwijk
Instantie
College van burgemeester en wethouders van Westland, t.a.v. de Commissie voor bezwaarschriften
Verzenddatum besluit
20-06-2016
Besluit publicatie
29-06-2016
Zaaknummer
00451958
Inhoudsindicatie
Beschikking Flora -en faunawet, Poeldijkseweg 5 te Wateringen
BEZWAARSCHRIFT
Geacht College,
Hierbij maak ik bezwaar tegen uw besluit van 29-06-2016, zaaknummer 00451958, waarbij u een ontheffing verleent voor het doden van huismussen met een luchtdrukwapen. Ik kan mij niet verenigen met uw besluit, omdat;
Paragraaf 2. Bepalingen betreffende dieren in hun natuurlijke leefomgeving
Ingevolge artikel 9 van de Flora- en faunawet (Ffw) is het verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen.
Ingevolge artikel 10 van de Flora- en faunawet (Ffw) is het verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, opzettelijk te verontrusten.
Krachtens artikel 75, eerste lid, van de Ffw kan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur, voor zover niet bij of krachtens enig ander artikel van deze wet vrijstelling is of kan worden verleend, vrijstelling worden verleend van de bij of krachtens de artikelen 8 tot en met 18 bepaalde verboden. Ingevolge het vijfde lid worden – voor zover hier van belang – vrijstellingen en ontheffingen slechts verleend indien geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort.
Er kan geen ontheffing worden verleend als er afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort. De ontheffing is verleend voor de periode die samenvalt met het broedseizoen. Dus dit brengt het voortbestaan van de soort in gevaar. De ouders gaan op zoek naar voedsel voor de jongen en worden dan gedood, waardoor het legsel sterft, dit brengt de continuïteit van de kolonie in ernstig gevaar. Er dient eerst ecologisch onderzoek te worden gedaan naar de hoeveelheid huismussenkolonies die binnen vliegafstand van de kwekerij hun voedsel zoeken. De aantallen kolonies en de grootte van de aanwezige huismuspopulatie dient te worden vastgesteld, alvorens er een beslissing gemaakt kan worden of deze ontheffing geen schade toebrengt aan de lokale mussenpopulatie. Deze informatie is onontbeerlijk voor het beantwoorden van de vraag of er geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort. Onzes inziens ontbreekt deze informatie, wij missen de bevindingen van het ecologisch onderzoek. Zo dient bijvoorbeeld een ecoloog vijfmaal op veldbezoek te gaan om juiste bevindingen te verkrijgen.
Op grond van artikel 1, onder i, van de Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (de Habitatrichtlijn) wordt in deze richtlijn verstaan onder staat van instandhouding van een soort: het effect van de som van de invloeden die op de betrokken soort inwerken en op lange termijn een verandering kunnen bewerkstelligen in de verspreiding en de grootte van de populaties van die soort op het in artikel 2 bedoelde grondgebied. De staat van instandhouding wordt als gunstig beschouwd wanneer uit populatiedynamische gegevens blijkt dat de betrokken soort nog steeds een levensvatbare component is van de natuurlijke habitat waarin hij voorkomt, en dat vermoedelijk op lange termijn zal blijven, en het natuurlijke verspreidingsgebied van die soort niet kleiner wordt of binnen afzienbare tijd lijkt te zullen worden, en er een voldoende grote habitat bestaat en waarschijnlijk zal blijven bestaan om de populaties van die soort op lange termijn in stand te houden.
Heeft de gemeente het effect van de som van de invloeden die op de betrokken soort inwerken vastgesteld? Zijn deze populatiedynamische gegevens vastgesteld? Zo nee, dan dienen deze eerst te worden vastgesteld.
Op grond van artikel 2 van Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (de Vogelrichtlijn) nemen de lidstaten alle nodige maatregelen om de populatie van de in artikel 1 bedoelde soorten op een niveau te houden of te brengen dat met name beantwoordt aan de ecologische, wetenschappelijke en culturele eisen, waarbij zij tevens rekening houden met economische en recreatieve eisen. Ingevolge artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vogelrichtlijn mogen de lidstaten, indien er geen andere bevredigende oplossing bestaat, om onderstaande redenen afwijken van de artikelen 5, 6, 7 en 8: in het belang van de volksgezondheid en openbare veiligheid, in het belang van de veiligheid van het luchtverkeer, ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, visserij en wateren en ter bescherming van flora en fauna.
Deze ontheffing kan alleen worden verleend indien er geen andere bevredigende oplossing bestaat. De mussen vliegen via bekende aanvliegroutes, namelijk door de dakramen die bij warm weer openstaan. Het ligt in de rede dat er dus een andere bevredigende oplossing bestaat. Bijvoorbeeld een fijnmazig net of fijnmazig gaas spannen voor de dakramen, of het buiten bijvoederen van de foeragerende huismussen. De puntpaprika is geen voedzame voedselbron voor de huismus, deze wordt alleen gegeten indien er voedselstress bestaat. Dus een andere bevredigende oplossing bestaat uit het aanbieden van een alternatieve voedselbron (zaadvoer) op die warme dagen dat de ramen openstaan.
Voorts komt het ons als zeer onredelijk voor dat de ontheffing is verleend voor de periode van drie maanden vóórafgaand aan de publicatie van deze ontheffing, en vier maanden vóór het verstrijken van de bezwaartermijn. Op deze manier kan de huismuspopulatie al vernietigd zijn nog voordat er kennis van de ontheffing kan worden genomen, of hiertegen een bezwaarschrift kan worden ingediend.
Ik verzoek u daarom dit bezwaar gegrond te verklaren en te beslissen dat de ontheffing wordt ingetrokken.
Hoogachtend,
Jennifer Hagens
Stichting De Mussen Toevlucht
Rozenstraat 186
1016 PA Amsterdam
info@stichtingdemussentoevlucht.nl
06-36308058
We kregen bericht van de Partij voor de Dieren Zuid-Holland dat ze Schriftelijke Kamervragen zouden gaan stellen over de kwestie. En of wij hun vragen wilden nalezen en aanvullen. Dat wilden we natuurlijk heel graag!
“De Zuid-Hollandse Partij van de Dieren vindt het onbegrijpelijk dat een puntpaprikakweker in Wateringen de huismussen in zijn kas mag afschieten. De kweker kreeg onlangs een vergunning daarvoor veleend van de Provincie Zuid-Holland. De mussen zouden schade aanrichten aan de paprika’s door ervan te eten. De Partij voor de Dieren wil dat de provincie de vergunning onmiddellijk intrekt. “Deze vogelsoort staat nota bene op de lijst van bedreigde diersoorten”, aldus de PvdD.
Ook vraagt de PvdD zich af of er eerst wel ‘niet-dodelijke’ maatregelen uitgeprobeerd zijn om de mussen uit de kas te weren, zoals een huismussenalarm, luchtgordijnen of het afdekken van de paprika’s. Daarnaast vermoedt de provincie dat de gemeente geen onderzoek naar de aanwezigheid en omvang van mussenkolonies heeft uitgevoerd, terwijl dat wel verplicht is. Ook de kweker zelf heeft niet juist gehandeld, vermoedt de PvdD. Fractievoorzitter Carla van Viegen: “We hebben vernomen dat de kweker de mussen juist de kas in lokt met voedsel. En als de mussen in de kas zitten, sluit hij de ramen en kunnen de vogels er niet meer uit. Dan wordt de schade uitgelokt. We willen weten of dit waar is. Bovendien is het schieten met een luchtdrukgeweer in een glazen kas bijna onmogelijk zonder andere schade te veroorzaken. Vanwege al deze tekortkomingen en bezwaren wil de Partij voor de Dieren dan ook dat de provincie de vergunning met onmiddellijke ingang intrekt.”
http://www.hethelewestland.nl/…/pvdd_trek_vergunning_afsc…/…
https://zuidholland.partijvoordedieren.nl/vragen/schriftelijke-vragen-ontheffing-doden-huismussen
Er is met SPOED een WETSWIJZING NODIG of HANDHAVING
Er zijn teveel mazen in het net van de Flora- en Faunawet, teveel bedrijven komen weg met doelbewust huismussen verjagen en hun leefomgeving afnemen, dit terwijl de huismus een BESCHERMDE DIERSOORT is.
Aanstaande donderdag hebben wij een gesprek met de gemeente over HANDHAVING DIERENWELZIJN
Gemeente geeft toestemming voor het afschieten van huismussen; https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2016-3749.html
Paprikatuinder weigert brutale mussen af te schieten
MAAR HEEFT GEEN ANDERE OPTIE DOOR FOUT IN WETGEVING
http://www.ad.nl/den-haag/paprikatuinder-weigert-brutale-mussen-af-te-schieten~ae520cb9/
http://www.sierteeltnet.nl/bloemen-planten/nieuws/teler-schiet-mussen-niet-af/