Nederlandse Ambassade in SINGAPORE

Nederlandse Ambassade in SINGAPORE vraagt ons om informatie

Ambassade

Stichting De Mussen Toevlucht ontving een verzoek van informatie uit SINGAPORE van de Nederlandse Ambassade aldaar in hoe om te gaan met dieren/dierenoverlast/dierenbescherming.

Wij voelden ons vereerd en hebben hieraan natuurlijk gehoor gegeven!

Zie hieronder;

Ambassade2

Geachte heer, mevrouw,

Mijn naam is Olga Grant, ik ben beleidsmedewerker landbouwzaken op de Nederlandse Ambassade te Singapore.

Vanuit organisatie CLC, Centre for Livable Cities, een instantie waar wij veel mee samenwerken, is een vragenlijst gekomen inzake dieren & dierenoverlast in Nederland. Gezien dat een te groot gebied is, gaan we dit verkleinen naar regio Amsterdam/ Noord Holland.

Singapore verstedelijkt meer en meer en de laatste decennia zijn de klachten qua overlast van dieren stijgende. Het gaat niet allen om overlast, maar ook om bijvoorbeeld uitstervende soorten en hoe daarmee om te gaan.

Het CLC tracht nu te kijken naar Best Practices in andere landen om daarvan te leren.

Graag uw medewerking in het beantwoorden van de volgende vragen, welke wellicht niet allemaal van toepassing zijn.

In Singapore is men erg gericht op een hiërarchisch systeem, vandaar de vele vragen over beleidsvoering en samenwerking tussen instanties.

Ik hoop de vragenlijst uiterlijk dinsdag 21 juni weer retour te hebben.

Alvast hartelijk dank voor uw medewerking. Mocht u nog vragen hebben, hoor ik dit graag.

A1: Welke dieren zorgen voor problemen:

· Wilde dieren (duif)

A2: In welk opzicht geven zij problemen:

· Overlast, daar zij graag het voer van de huismus willen op eten. In de stad Amsterdam wonen er nu eenmaal duiven. Het zijn voornamelijk ontsnapte postduiven.

A2a: Van bovenstaande zaken, welke is het meest zorgwekkend? En waarom?

Zie boven. De duiven eten al het voor de hand liggende zaadvoer/kruimels snel op waardoor er niets overblijft voor de veel kleinere en langzamere huismus, waardoor deze geen voedsel meer kan vinden in de stad.

A3: Verwacht men extra problemen in de toekomst? Indien ja, hoe speel je daarop in?

Wij hebben zelf dit probleem opgelost door een speciale grote voederkooi te bouwen met gaas, met gaten van 5 bij 10 centimeter, waar wel mussen, mezen, spreeuwen en merels doorheen kunnen, maar geen duiven en kraaien. Dit gaas houdt tevens de roofvogels (sperwer, Vlaamse gaai, eksters, etcetera) weg zodat de mus veilig kan eten.

B1: Strategieën: Hoe worden de voornaamste problemen in onderdeel A genoemd gemanaged?

Zie boven.

B1a: Van bovenstaande vraag: welke strategie is het meest effectief? En waarom?

Het gaas werkt perfect, het heeft wel veel verschillende pogingen gekost om het uiteindelijk perfect werkend te krijgen, maar dit is een diervriendelijke oplossing. Een oplossing waar wij achter staan als stichting.

C1: Welke verschillende overheidsinstanties houden zich bezig met het beleid op (wilde) dieren? (waar jullie je voornamelijk op richten)

Zowel RVO (Ministerie van Economische Zaken) als zijdelings de gemeente.

C2: Welke verschillende niet -overheidsinstanties houden zich bezig met het beleid op (wilde) dieren? (waar jullie je voornamelijk op richten) ?

Dat zijn wij als stichting. (Vogelbescherming geeft voornamelijk advies).

D1: Houdt jullie instantie zich bezig met regels voor wat betreft:

· Voederen van wilde dieren door publiek

· vergunningsplicht, omgevingsvergunning en ontheffing van de Ffwet

D1a: Welk beleid en/of regelingen is opgesteld door jullie instantie?

Wij hebben met de Partij voor de Dieren samengewerkt aan hun motie; Bouwen aan een bio-diverse stad. Deze houdt meer rekening bij bouwwerkzaamheden met wilde, vrijlevende dieren die in de stad.

D1a1: Welk beleid en/of regelingen wordt uitgevoerd door jullie instantie?

Wij volgen de Flora- en faunawet, en kijken toe op dat deze wordt nageleefd door woningbouwbedrijven, makelaars, hoveniers en de gemeentes.

D1a2: Welke beleid/ regeling is het meest succesvol in het oplossen van de problemen die jullie tegen komen?

De Flora- en faunawet.

D2: Zijn huidige beleid/regelingen op dit moment voldoende om de problemen op te lossen? Indien niet, wat zou er moeten gebeuren?

Nee, bij lange na niet. Er is praktisch geen handhaving, dus het overtreden van de FFwet is meestal productiever voor overtreders dan zich eraan te houden. Wij dringen bij de gemeente dan ook aan op meer en strengere handhaving en meer kennis van de Flora- en faunawet. Een wet heeft namelijk pas zin dat in het geval dat deze wordt overtreden er ook daadwerkelijk handhaving op plaatsvind.

E: Met wie werken jullie samen om beleid/ wetgeving/ regelgeving?

· Gemeenten

· Dieren organisaties

· Publiek/ individuen

· Andere: RVO (Ministerie van Economische Zaken)

E1: Van bovenstaande groepen, met wie werken jullie het meeste samen? En in welke capaciteit?

Met RVO, daar zij in Nederland de enigen zijn die de overtreders kunnen aanspreken en handhaving kunnen toepassen. De (dieren)politie mist helaas de nodige kennis van de FFwet en neemt daarom deze zaak niet serieus, waardoor er geen proces verbaal komt en geen rechterlijke macht uitgevoerd kan worden. NVWA heeft andere prioriteiten gesteld.

F: Overige opmerkingen of informatie die je wilt delen:

We zijn uitgenodigd door gemeente Amsterdam om donderdag 7 juli naar een symposium over dierenwelzijn en handhaving te komen en een flitspresentatie te geven. Hier zien wij erg naar uit, daar wij onze problematiek rond handhaving FFwet dan kunnen benoemen.

G: Contactgegevens:

Naam: Jennifer Hagens

Titel: Oprichter/voorzitter Stichting De Mussen Toevlucht

Organisatie: Stichting De Mussen Toevlucht

Telefoon: 06-36308058

Email: info@stichtingdemussentoevlucht.nl

Hartelijke groet,

Olga Grant