Wat kunt u thuis zelf doen voor de huismussen?

Tips voor meer mussen in de tuin of op het balkon

U kunt zelf ook een steentje bijdragen aan de bescherming van de huismus. Of u nou een klein balkon heeft of een tuin, kleine aanpassingen zoals het aanbieden van voer, water, nestkasten en bescherming zorgen er al vaak voor dat de mussen zich snel bij u thuis zullen voelen!

Ooit was de huismus de meest algemene broedvogel van Nederland. De soort is de laatste decennia in aantal vrij hard achteruit gegaan. Begin jaren tachtig van de 20e eeuw begon de afname, die in de beginjaren negentig versnelde. Dit heeft geresulteerd in een landelijke afname van meer dan 50% van het aantal broedparen. Vermoedelijk is één van de oorzaken de afname van broedgelegenheid, onder andere door renovatie en isolatie van oude woningen, en dit in combinatie met een afgenomen voedselaanbod, minder dekking en een toename aan predatie. Ondanks dat de oppervlakte stedelijk gebied en het aantal huizen groter geworden is in Nederland, is de huismus in aantal afgenomen. Het aantal geschikte nestplaatsen in nieuwbouwwijken is in vergelijking met oude bebouwingsvormen veel lager. De broedmogelijkheden in nieuwbouwwijken worden beperkt door een veranderde bouwstijl. Zo is bij de tegenwoordig gangbare daken de ruimte bij de onderste rij dakpannen ontoegankelijk gemaakt voor huismussen.

Wat hebben huismussen nodig;

Alles dat u voor ze doet graag in meervoud, want huismussen leven samen in een kolonie;

  1. Voedsel, zaadvoer, jaarrond.
  2. Voedsel, insecten, vooral in broedseizoen.
  3. Schoon drinkwater, niet dieper dan 1 a 2 cm.
  4. Schoon badwater, idem.
  5. Goede schuilgelegenheid tegen roofvogels en katten (dichte struiken).
  6. Veilige slaapplaatsen voor mannetjes, juvenielen en ongepaarde vrouwtjes (grote, dichte boom waar geen kat in kan).
  7. Nestgelegenheid, jaarrond.
  8. Zandbad.
  9. Grit (maagsteentjes), jaarrond.
  10. Allerlei soorten groenten, fruit, bladeren, knopjes, vruchten.

En dit alles vlakbij dichte beschutting, zoals dichte struiken, of prikstruiken zoals de Vuurdoorn, en over een zo klein mogelijk gebied verspreid, niet groter dan 10 meter. Omdat huismussen koloniebroeders zijn komen ze ook vaak tegelijk (in groepjes). Bovendien moet alles bij de huismus vaak zo snel mogelijk gebeuren, vanwege hun veiligheid. Het zijn kleine prooidiertjes die onderaan in de voedselketen staan, waardoor ze veel natuurlijke vijanden hebben. Dus het liefst komen ze allemaal tegelijk eten, drinken, badderen, stofbadderen. Zo kunnen ze voor elkaar opletten, en zijn ze ook zo snel mogelijk weer weg. Ook helpt u huismussen, door uw tuin of balkon vrij te houden van katten. Het is ook belangrijk om (grote) ramen te beplakken met vogelstickers. Vogels zien tijdens het vliegen niet dat ze een ruit naderen, ze begrijpen het concept glas niet. Stickers kunnen voorkomen dat vogels zich tegen uw raam te pletter vliegen. Als u dat niet mooi vind bestaat er tegenwoordig zelfs raamverf, bijvoorbeeld in speciale stift, dat onzichtbaar is voor het menselijk oog, maar dat vogels prima zien en dit voorkomt ongelukken. Ook met het ontharden van je (voor)tuin, vergroot je de biodiversiteit. Hoe meer tegels eruit, en groen erin, hoe beter het is. Ook voor de afvoer van regen, verkoeling op de hete dagen, etc. Door de biodiversiteit te vergroten en in balans te houden, draag je ook meteen bij aan het verbeteren van het klimaat.

Leuk om te doen! Eet u wel eens pompoen of meloen? Laat de pitten drogen en rijg er kettingen van en hang ze in de bomen voor de mussen.

U kunt de huismussen helpen door het ophangen van huismus-kolonienestkasten en mussenflats. Hang de nestkast hoger dan 2,5 meter, en wel met zeker 30cm tussen-afstand. Het in-vlieggat voor de huismus moet tussen de 33 en 35 mm groot zijn. Huismussen broeden graag in kolonies. Daarom is er speciaal voor hen een nestkast ontworpen waarin meerdere nesten gemaakt kunnen worden. Het vrouwtje kan dan kiezen welk nestje ze wil.

Vogels zoeken in de natuur zelf naar voedsel, maar al met al zijn er weinig mogelijkheden voor wilde vogels in Nederland. Vogelpopulaties worden steeds kleiner door een teruglopend voedselaanbod, meer landbouw, problemen in het overwinteringsgebied en natuurlijk de jacht. In Nederland luidde de Vogelbescherming daarom in 2014 de noodklok; als we nu geen maatregelen nemen zouden weleens 22 ‘gewone’ vogelsoorten binnen afzienbare tijd uit Nederland verdwenen kunnen zijn. Het kost ze ook ontzettend veel moeite om nog iets te eten te vinden, vandaar ook de grote achteruitgang in aantallen huismussen. Wij mensen hebben veel van de natuurlijke voedselbronnen weggehaald en is er weinig tot niets meer te vinden voor ze. Dit komt o.a. door het te ‘netjes’ houden van tuinen. Mensen gooien vaak hun tuin vol met tegels en grind, halen al het groen weg en noemen het dan een ’tuin’. Daarbovenop staan er praktisch geen koeien meer in de wei, waardoor de weidelanden geen rijke weides meer zijn, met veel verschillende bloeiende bloemen en planten. In plaats daarvan staan de koeien allemaal binnen in mega-stallen, wat slecht is voor zowel de koeien als voor de huismussen als alle weide-vogels (en voor de mens ook). En tenslotte zijn er de natuurgebieden, waar huismussen niet komen, daar er geen geschikte voedselbronnen zijn voor hen.

U kunt huismussen helpen door bloeiende planten te plaatsen die veel insecten zullen lokken of bessendragende struiken en boompjes te planten. Fruitboompjes worden zeer gewaardeerd. Daarnaast kunt u helpen door ze meelwormen te geven. Gedurende het hele jaar door is het belangrijk dat de mussen genoeg voedsel binnen krijgen. Ze mogen dus het gehele jaar bijgevoerd worden, zelfs in de zomer. Ook Vogelbescherming Nederland staat hierachter. De huismussen worden namelijk niet lui, maar verbruiken ieder seizoen veel energie om in leven te blijven. Geeft u alstublieft geen brood in plaats van zaden, want in brood zit zout. Zout in een kleine dosis, 0,05 mg, is al vergif voor huismussen. De mussen worden dan sloom, en zetten hun veren op om zich warm te houden.

muslente

Lente

De broedperiode duurt vanaf maart tot en met eind augustus. Tijdens de broedperiode zijn de dieren bezig met het vinden van een partner en nestmateriaal. Daarnaast moeten ze ook zelf nesten bouwen, eieren leggen en hun jongen grootbrengen. Door bijvoorbeeld gemengd zaad voor kleine tuinvogels, meelwormen, witzaad en andere gemengde zaden aan de vogels aan te bieden, zorgt u ervoor dat de dieren meer eiwitten/voeding binnen krijgen. Biedt ze vooral ook gecrushte en klein geknipte eierschalen aan, daar de vrouwtjes extra kalk nodig hebben om eieren te leggen. Alle aangeboden kalk wordt hierom zeer gewaardeerd.

muszomer

Zomer

Ook in de zomer is veel eiwitrijk voedsel van levensbelang. Tijdens de zomerperiode beginnen de vogels namelijk aan de rui, wat een geheel nieuw verenkleed betekent. Dit nieuwe verenkleed zorgt ervoor dat ze zichzelf tijdens de aankomende koude periodes kunnen beschermen. Het ruien vergt heel veel energie van vogels Zelfs zodanig veel dat ze hieraan kunnen doodgaan. Dus ook tijdens de zomerperiode mag u de vogels helpen door ze gemende zaden en, in mindere mate, meelwormen bij te voeren. In de ruitijd ruien huismussen zelfs al hun penveren, je moet ze dan ook veel badwater geven.

musherfst

Herfst

In de herfstperiode gaan vogels op zoek naar plekken waar ook tijdens de winter genoeg voedsel te vinden is. Door struiken met bessen te plaatsen, zorgt u ervoor dat de dieren tijdens deze periode kunnen eten. Bij lagere buitentemperaturen kunnen vetbollen en pinda’s opgehangen worden. Let er daarbij wel goed op dat deze geen plastic/nylon netje er omheen hebben. Hierin kunnen de vogels namelijk met de pootjes vast komen te zitten, waardoor ze ondersteboven komen te hangen en doodgaan. Hele pinda’s mogen nooit gevoerd worden! Hier kunnen alle vogelsoorten namelijk in stikken. Stukjes of gemalen pinda’s mogen wel. Breek de pinda’s, gewikkeld in bijvoorbeeld een theedoek, met een hamer in kleine stukjes. Daarnaast moeten dit ongebrande en ongezouten pinda’s zijn. Boven 18 graden Celsius buitentemperatuur, liever geen vetbollen meer ophangen daar ze kunnen smelten en bederven. Geef de vogels ook nooit rijst, geen gekookte als ongekookte. Hier kunnen de maagjes namelijk van opzwellen en het gehele maag-darmsysteem kan verstopt raken, waardoor ze overlijden. Er worden verschillende adviezen gegeven betreffende het geven van rijst, maar wij raden het in ieder geval ten zeerste af.

muswinter

Winter

Tijdens de wintermaanden kunnen vogels door de bevroren bodem weinig tot geen voedsel vinden, daar er geen bessen, zaden of insecten te vinden zijn. Het kost vogels veel energie om hun lichaamstemperatuur in deze koude periode op peil te houden. Ze hebben een hogere lichaamstemperatuur dan mensen, namelijk 40 graden Celsius. Als deze temperatuur zakt, worden de dieren ziek en sterven ze. Het is dus cruciaal dat mussen voldoende voedsel binnen krijgen om op de juiste temperatuur te blijven. Binnen één nacht kunnen ze tot 40% van hun eigen vet verliezen om op temperatuur te blijven. Vooral de allerkleinsten onder de vogels, waaronder de huismus, koolmeesjes en roodborstjes hebben veel moeite om goed warm te blijven tijdens de winter. Het is ook heel belangrijk voor ze om te kunnen blijven drinken. Zodra er vorst aan de grond zit dek dan de waterbadjes af met gaas, zodat ze wel nog kunnen drinken, maar niet meer kunnen badderen en dan doodvriezen. Je kan ook bijvoorbeeld gecrushte ijs-schilvers aanbieden bij vorst zonder sneeuw.

Wijzelf geven de huismussen;

een mengsel van verschillende zaden voor kleine tuinvogels. Het is belangrijk dat het voor kleine vogels is, omdat ze er anders in kunnen stikken. Het mengsel heeft o.a; gepelde zonnebloempitten/kernen, gierst, gebroken en gepelde pinda’s (geef nooit hele pinda’s daar kunnen ze in stikken), onkruidzaad, witzaad, gebroken maïs (nooit hele stukken, daar kunnen ze in stikken), gebroken gepelde haver, rode gierst, havermout, gevriesdroogde meelwormen, nyerzaad, tarwe, chicorei, hennepzaad, klaverzaad, lijnzaad, geel, rood en Japans milletzaad, Panicum rood, wit Pirellazaad, radijszaad, Teunisbloemzaad, zoetraapzaad, rode millet.

Wij mengen dit aan tot bijna 40% met WITZAAD, dit is erg goed voor mussen en in de natuur onvindbaar. Daarnaast grit, jaarrond, voor parkieten, om hen te helpen met het verteren van de harde zaadjes. Daarbij doen we vetproducten, ook in de zomer, door middel van voertafel-traktaties, daar worden ze altijd helemaal wild van en deze zijn binnen no time op. Als het kouder wordt vetbollen, zonder nylon netje, aub! Daar kunnen vogelpootjes in verstrikt raken, dan komen ze ondersteboven te hangen en gaan ze dood. Parkietzaad/volièrezaad mag ook.

Tip; wij nemen als basis de extra grote zakken tuinvogelvoer (12,5 kilo) voor kleine tuinvogels en mengen daarbij zelf de zaden bij. Voor onze kolonie mussen is dit de optimale combinatie gebleken.

Gedurende het hele jaar kunt u de vogels vers water aanbieden, zodat de dieren kunnen drinken en badderen. Dit is zéker net zo belangrijk als voedsel voor ze. Wel wordt aangeraden de waterbakjes dagelijks, het liefst meerdere malen, te verversen. Dit zodat de vogels tijdens het drinken minder viezigheid, zand en parasieten, binnen krijgen. Eenmaal in de week kunt u de waterbakjes schoonmaken met een sponsje, zonder chemische reinigingsmiddelen. U kunt hiervoor bijvoorbeeld kokend water of een biologisch afbreekbaar reinigingsmiddel gebruiken. Hierna moeten de bakjes of schaaltjes minimaal twee keer met schoon water nagespoeld worden, zodat de vogels niets van het reinigingsmiddel binnen krijgen. Bij strenge vorst wordt aangeraden om geen open water aan te bieden, omdat anders het verenkleed kan bevriezen. Het waterbakje kan met ijzer gaas bedekt worden zodat de vogels er niet in kunnen badderen. Zorg ervoor dat de openingen niet te groot zijn. Wanneer er geen sneeuw ligt, kunt u ook ijsblokjes of ijs vergruizen zodat de vogels de stukjes kunnen oppikken, en zo hun water binnen krijgen.

Wat u beter niet kunt geven:

  1. Beschimmeld brood. Hier kunnen de vogels namelijk erg ziek van worden.
  2. Vet eten. Veel boter heeft namelijk een laxerende werking.
  3. Zout voedsel. Zout is namelijk erg ongezond voor vogels. Hoe minder zout in het voedsel, hoe beter!
  4. Mensenpindakaas. In gewone pindakaas zit namelijk veel te veel zout. Vogelpindakaas is goed verkrijgbaar.
  5. Ongekookte rijst. Dit zorgt ervoor dat de maagjes van de dieren opzwellen! Liever helemaal geen rijst geven, ook geen gekookte.
  6. Koud voedsel. Zoals fruit uit de koelkast of bevroren meelwormen. Daar krijgen de vogels buikpijn van, waar ze ernstig ziek van kunnen worden. Het voedsel moet minimaal op huiskamertemperatuur zijn.

Wanneer u een balkon heeft:

U maakt de mussen gelukkig door wat gemengd strooivoer voor kleine vogels op te hangen in voedersilo’s of er één neer te zetten. Ook is een waterbakje waaruit ze kunnen drinken en in badderen zeer gewenst. Dit water moet dagelijks ververst worden, omdat de vogels de bacteriën en viezigheid die er tijdens het badderen vanaf gaan, weer op kunnen drinken. In de winter kan men vetbolletjes ophangen, maar liever niet met een (plastic) netje eromheen. In dit netje kunnen de vogels namelijk verstrikt raken met de pootjes. Hieraan gaan de vogels dood omdat ze ondersteboven komen te hangen. Ook is het plastic, waarvan de netjes vaak zijn gemaakt, slecht voor het milieu daar het niet afbreekbaar is. Graag geen brood strooien, er zit zout in en dat wordt niet geadviseerd. Daar worden de vogels namelijk ziek van omdat ze geen zout kunnen verteren. Nestkastjes kunt u ook op uw balkon hangen. Wel moeten deze in de schaduw komen te hangen, want wanneer de volle zon op het nestkastje staat, kunnen de dieren (en vooral de jongen) bezwijken van de hitte.

Wanneer u een tuin heeft:

Het beste dat je zelf doen kunt om de huismus te helpen, is onkruid in je tuin de kans te geven om te groeien. Dat kost helemaal niets, scheelt werk, en levert vanzelf voedsel op voor huismussen. Welke onkruiden het liefst: straatgras en varkensgras. Daarnaast kunt u de afgevallen bladeren tussen de planten gooien of samen op een hoop, in beide gevallen is dit gratis compost en groeien je planten en bomen beter. Ook de afgebroken takken kunnen samen op een takkenbos gegooid worden, hier kunnen insecten in gaan, die voedsel zijn voor mussen. Last van muggen? Zorg dat er mussen in uw tuin komen! Zij eten alle muggen op! Of, nog beter, zet een emmer met water ergens buiten neer en laat de natuur haar werk doen. Binnen korte tijd zullen er kleine diertjes in rondzwemmen, muggen zullen er hun eitjes leggen, larven kunnen er in alle rust verpoppen, en meer van dergelijke dingen.
Als u het leuk vindt kunt u er waterplanten in doen. Zolang dat niet het hele wateroppervlak bedekt zal dat prima samen gaan.

IMAG4448

U kunt daarnaast een voertafel neerzetten of een of meerdere voedersilo’s ophangen. U kunt ook wat strooivoer op de grond gooien voor alle andere tuinvogels. Dit kan het gehele jaar door. In het voorjaar zijn de vogels namelijk druk bezig om allerlei nesten te bouwen en eieren te leggen. Daarna moeten de dieren hun jongen verzorgen. Wanneer de jongen eenmaal zijn uitgevlogen, volgt de rui. Dit zijn allemaal zeer zware perioden, ze kunnen in elk doodgaan van honger en uitputting. In de winter hebben de dieren meer voeding nodig tegen de kou, dit omdat de grond bevroren is en ze zelf weinig voedsel kunnen vinden. Ook is de lichaamstemperatuur van vogels ruim 40 graden. Om deze hoge temperatuur op peil te houden, kost dit vooral in de winter heel veel energie. Door bijvoeren raken ze hun wildheid niet kwijt en verleren de dieren het ook niet om zelf voedsel te zoeken. Koop bij voorkeur witzaad of meng dit door gemengd zaad. Witzaad is de belangrijkste voedingsbron voor mussen. Gemengd zaad voor kleine tuinvogels en daarbij nog o.a. witzaad, kanariezaad (Phalaris canariensis), gierst, onkruidzaad, witte millet (Panicum miliaceum), klaproos zaden (Blauw maanzaad, Papaver somniferum), gepelde boekweit, hennepzaad, Neijerzaad, Teunisbloemzaad. Ook is het belangrijk ondiepe waterbakjes neer te zetten, maximaal 1 a 2 cm diep, zodat de vogels kunnen badderen en drinken. Dit water moet dagelijks ververst worden, omdat de vogels de bacteriën en viezigheid die er tijdens het badderen vanaf gaat, anders weer opdrinken. Het is ook mogelijk om een kleine vijver voor de dieren aan te leggen, met een natuurlijke, aflopende rand, want van verdronken vogeltjes wordt niemand vrolijk.

Qua voedsel kunnen meelwormen het gehele jaar door gegeven worden. Bij voorkeur levend aanvoeren, maar als u niet tegen het gekriebel kunt, dan zijn gevriesdroogde meelwormen ook goed. Dit omdat musjes ondanks dat ze zaadeters zijn, hun jongen grootbrengen met insecten (voor de nodige eiwitten). Ook andere tuinvogels kunnen hier erg van genieten. Verder hebben de vogels beschutting nodig in de vorm van dichte struiken. Het liefst struiken met doorns. Tegen de muur (of een open hekwerk) kunt u klimop (Hedera) laten groeien. Hier maken de dieren hun nesten in en kunnen ze schuilen tegen roofdieren. De Hedera blijft wintergroen. Mussen houden van zandbaden, deze zandplekken bij voorkeur van scherp zand. Een klein beetje zand is al voldoende. Het is ook raadzaam om alle bladeren (of in ieder geval een hoekje met bladeren) zo lang mogelijk te laten liggen. Hier houden vogels van, omdat ze onder de bladeren veel insecten kunnen vinden. U kunt ook tijdens de broedperiode geplette eierschalen in de tuin gooien, daar kunnen de mussen kalk uit halen wanneer ze eieren gaan leggen. In de tuin kunnen meerdere nestkasten opgehangen worden. De nestkasten mogen niet in de volle zon geplaatst worden. Het liefst aan een muur op het noord-oosten. Een muur in de schaduw is ook goed. De nestkasten moeten minimaal vanaf 2 meter hoog opgehangen worden. Omdat de mussen het fijn vinden om samen te nesten, is het raadzaam om een aantal nestkasten bij elkaar te hangen.

Struiken waar de mussen dol op zijn; meidoorn, berberis, hulst, vuurdoorn,vlierbes, lijsterbes. Alle prik- of bessenstruiken worden zeer gewaardeerd. Ook de Gelderse roos en het Amerikaans krentenboompje zijn zeer geliefd. Deze worden beiden wel ruim drie meter hoog. De leilandcypressen zijn ook goede schuilplaatsen voor mussen. Daarnaast zijn alle soorten coniferen zijn geschikt. Heeft u coniferen staan, ga ze dan niet verwijderen omdat er gezegd wordt dat daarin niets zit dat voor vogels van waarde is. Voor zover wij hier zien is juist het omgekeerde het geval; deze groenblijvers zijn een verzamelplaats voor insecten, en daarmee voor allerlei vogels interessant. Dichte hagen worden ook gebruikt als nest- en schuilgelegenheid. Alle soorten fruitboompjes dienen als voedsel. Bloemen worden zeer gewaardeerd omdat deze insecten aantrekken. In de hoek van de tuin kunt u alle afgebroken en gevallen takken opstapelen. Hier gaan veel insecten onder zitten en kunnen de mussen ook in schuilen. Door de gevallen schilletjes gedurende de week af en toe aan te vegen, voorkomt u dat er grote knaagdierfamilies in uw tuin komen wonen. De musjes kunnen namelijk goed knoeien wanneer ze aan het eten zijn. Het is ook belangrijk om (grote) ramen te beplakken met (speciale vogel)stickers. Vogels zien tijdens het vliegen vaak niet dat ze een ruit naderen. Stickers kunnen voorkomen dat vogels zich tegen uw raam te pletter vliegen! Als u dat niet mooi vind bestaat er tegenwoordig zelfs raamverf dat onzichtbaar is voor het menselijk oog maar dat vogels prima zien en dit voorkomt ongelukken.

Wij raden aan om geen pesticiden in de tuin te gebruiken! Hiermee legt u namelijk het gehele ecologische systeem plat. Niet alleen nuttige insecten zoals vlinders, bijen, wespen, en lieveheersbeestjes gaan hieraan dood, maar ook de planten worden ziek en sterven af. Hierdoor hebben de vogels minder te eten. Ook de wormen in de grond sterven hiervan waardoor andere vogelsoorten, die deze wormen binnen krijgen, ook ziek kunnen worden.

Last but not least;

u kunt juist dingen niet doen, zoals het gras niet maaien, het groeit sowieso maar tot een paar centimeter hoog, de klimop niet tegenhouden maar lekker wild laten groeien tegen die boom of die muur op. Ook al gaat die 4 verdiepingen de lucht in, dat is juist geweldig, dan kunnen daar huismussen in slapen en nestelen, de tuin in de herfst niet snoeien en opruimen, maar pas in het voorjaar, zodat alle zaden door de mussen gegeten kunnen worden, de afgevallen bladeren niet weggooien, maar tussen de struiken en bomen gooien, dit is ook fantastische en gratis compost, geen sluipwespen in uw moestuin inzetten, maar de rupsen overlaten aan de mussen, uw dakdekker vragen geen vogelschroot te plaatsen, maar juist vogelvides (kosten zijn hetzelfde), daar kunnen mussen wel in wonen, snoei-afval niet versnipperen, maar als takkenbos neerleggen zodat er insecten in kunnen gaan leven, waar de mussen dan weer van kunnen eten, of nog beter; helemaal niet snoeien, maar de te lange takken terugvlechten in de struik, die daardoor dichter wordt en veiliger voor mussen. Werkzaamheden die in de tuin plaatsvinden die je ook beter niet kunt doen, of zo laat mogelijk in het jaar; zoals tuinomvorming, bestraten, verharden, snoeimateriaal versnipperen, rommelhoekjes, takkenhopen en mesthopen opruimen, moestuin omzetten, weghalen gevelbegroeiing, (wintergroene) struiken en dergelijke.