WAT HEBBEN KOEIEN MET MUSSEN TE MAKEN??
Groei melkveehouderij niet meer houdbaar
Boeren anticiperen op het einde van de melkquotering in 2015 door massaal uit te breiden. Zij worden aangemoedigd door het wetsvoorstel voor ‘verantwoorde groei in de melkveehouderij’ van staatssecretaris Dijksma. Deze groei is echter zowel economisch als ecologisch onverantwoord; de strijd op het platteland wordt alleen maar groter als de melkveehouderij volgens voorspelling straks met 20% groeit, dat stelt Jacomijn Pluimers, campagneleider Duurzaam Voedsel bij Milieudefensie.
Boeren steken zich in de schulden, terwijl het de vraag is of ze hun melk straks voor een eerlijke prijs kwijt kunnen. Ondertussen verwordt de veehouderij tot een industrie die niet past op ons kleinschalige platteland. Boeren en burgers komen steeds meer tegenover elkaar te staan. In plaats van de problematiek en de polarisatie aan te wakkeren moet Dijksma inzetten op een duurzame veehouderij waar boer en burger baat bij hebben.
Voor veehouders lijkt kleinschalig produceren geen optie meer. Alleen wie op hele grote schaal produceert, redt het op de wereldmarkt. Boeren steken zich in de schulden voor uitbreidingen, want het is ‘up or out’. Voor plattelandsbewoners is de uit haar voegen barstende veehouderij ook een groot probleem. De leefbaarheid staat onder druk door stank en vervuiling van miljoenen kippen, varkens en koeien, de verspreiding van ziektes zoals Q-koorts en infecties door antiobioticaresistente bacteriën.
De strijd op het platteland wordt alleen maar groter als de melkveehouderij volgens voorspelling straks met 20% groeit. Veehouders bouwen nu al nieuwe stallen voor soms meer dan 1000 koeien. De kosten stijgen en de melkprijs gaat dalen. Als China als grootste importeur blijft tegenstribbelen (zie ‘China remt zuivelimport af’, FD 4 juli) zit Nederland straks met een melkplas en gaan boeren failliet.
Staatssecretaris Dijksma kan deze problemen oplossen, maar haar beleid is inconsistent. Zij biedt melkveehouders ruimte om ‘verantwoord’ te groeien door extra land aan te kopen om de extra mest op uit te rijden of die mest te laten verwerken in installaties. Daar is niets verantwoords aan: het is dweilen met de kraan open. Dus zitten we straks met een nog groter mestoverschot. Stank, vervuiling en megastallen blijven bovendien toenemen.
Die problemen schuift Dijksma vervolgens door naar provincies en gemeenten, die de groei van het aantal dieren in hun gebied mogen beperken omwille van de volksgezondheid. Dijksma geeft de sector de vrije hand voor groei en laat lagere overheden de nadelige gevolgen daarvan oplossen. Dat lost de onderliggende problematiek niet op.
Voor een gezonde toekomst voor boeren en burgers is hervorming van de sector noodzakelijk. Dijksma moet met een hervormingsplan komen voor een duurzame sector, waarin boeren een goede boterham kunnen verdienen zonder tot megabedrijf uit te hoeven groeien en de leefbaarheid op het platteland behouden blijft.
Milieudefensie wil dat zij daarbij kiest voor behoud van de grondgebonden melkveehouderij, waarbij het aantal koeien direct gekoppeld is aan de hoeveelheid grond van een veehouder. Dierrechten voor de melkveehouderij (zoals die al bestaan voor kippen en varkens), kunnen de totale veestapel begrenzen als de sector er zelf niet in slaagt de omvang binnen de perken te houden. Regionale spreiding en een hoger gezondheidsniveau van dieren verminderen volksgezondheidsrisico’s en de stankoverlast.
Naast harde grenzen zijn maatregelen nodig om de economische positie van boeren te versterken. Vastgestelde prijzen bieden boeren een zeker inkomen. Daarnaast kan de overheid een meer hoogwaardige productie stimuleren: geen bulk, maar regionaal en diervriendelijk geproduceerde kwaliteitsproducten.
Als Dijksma ervoor kiest de groei in de veehouderij op zijn beloop te laten en de boeren overlevert aan de grillen van de markt, is het platteland straks een industrieterrein vol megastallen. Tot zij ingrijpt staan boeren en burgers recht tegenover elkaar en verliest iedereen.
(verschenen in Het Financieele Dagblad 4 augustus 2014, geschreven door Jacomijn Pluimers, campagneleider Duurzaam Voedsel bij Milieudefensie)